Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opwarmprogramma Voor Vloerverwarming - Stiebel Eltron WPMW II Bedienings- En Montagehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor WPMW II:
Inhoudsopgave

Advertenties

OPWARMPROGR
9
Opwarmprogramma voor
vloerverwarming
Bij de start van het
opwarmprogramma wordt bij WP-
type 1 en 3 de bivalentietemperatuur
automatisch ingesteld op 30°C en wordt
de 2de WE dus belastingsafhankelijk
bijgeschakeld.
Er zijn in totaal 6 parameters voor het
opwarmprogramma.
Zodra het opwarmprogramma wordt
geactiveerd, kunnen de 6 parameters na
elkaar worden versteld. Het programma
wordt met de parameter OPWARMPROGR en
met de instelling „AAN" gestart. Vervolgens
wordt er verwarmd tot de ingestelde
sokkeltemperatuur (parameter SOKKELTEMP)
bereikt is. Gedurende de ingestelde tijd
(parameter TIJD-E-OPWARM) wordt de
sokkeltemperatuur aangehouden. Na het
verstrijken van deze tijd wordt er met een
verhoging K/dag (parameter VERHOGING/DAG)
verwarmd tot de maximum sokkeltemperatuur
(parameter OPWARMTEMP-MAX) bereikt
is. Gedurende de ingestelde tijd (parameter
MAX-CONTINUTEM) wordt de maximum
temperatuur aangehouden. Vervolgens wordt,
in dezelfde stappen als bij het opwarmen, de
temperatuur weer verlaagd.
Hiermee is het opwarmprogramma beëindigd.
Zodra er 2 verwarmingscircuits actief
zijn, functioneren beide circuits volgens
het opwarmprogramma (werking met
bufferreservoir en mengcircuit).
Het directe verwarmingscircuit 1
(bufferreservoir met retourvoeler)
neemt de ingestelde waarden uit het
opwarmprogramma over. Aangezien er via
de retourvoeler gereguleerd wordt, is de
werkelijke temperatuur in het bufferreservoir
bij de aanvoer voor de verwarming hoger.
De mengkraan (verwarmingscircuit 2)
brengt de temperatuur weer terug tot de
ingestelde waarde uit het opwarmprogramma
(sokkeltemperatuur en maximum
temperatuur)
Belangrijk is dat bij het bedrijf met 2
verwarmingscircuits alleen de
mengcircuitpomp werkt.
Als alleen het directe verwarmingscircuit 1 in
bedrijf is, wordt er tevens via de retourvoeler
gereguleerd. Aangezien de werkelijke
temperatuur in het bufferreservoir bij de
aanvoer voor de verwarming hoger is, wordt
er in dat geval van de ingestelde waarden uit
het opwarmprogramma (sokkeltemperatuur
en maximum temperatuur) 5K afgetrokken.
Tijdens het opwarmprogramma loopt het
zomerbedrijf niet.
ZOMERBEDRIJF
10
Met de parameter ZOMERBEDRIJF kan
men bepalen vanaf welk tijdstip de
verwarmingsinstallatie naar zomerwerking
moet gaan. De ZOMERBEDRIJF kan worden in-
of uitgeschakeld. In totaal zijn er 2 verstelbare
parameters voor deze functie.
24
Bij de parameter BOUWWIJZE kan men
bepalen of de gemiddelde waarde voor de
buitentemperatuur moet worden berekend in
functie van het BOUWWIJZE (instelling 1, 2 en
3). Als de berekende buitentemperatuur ≥ de
ingestelde buitentemperatuur is, schakelen
beide verwarmingcircuits (indien voorhanden)
naar zomerwerking, terugschakelhysterese –1 K.
In het display wordt bij gesloten klepje het
zomerbedrijf weergegeven.
Bij vaste-waardenregeling is het zomerbedrijf
voor het 1e verwarmingscircuit niet actief.
Parameter BUITENTEMP:
Instelbare buitentemperatuur 10 °C tot 30 °C
Parameter BOUWWIJZE:
Instelling „1": lichte demping (24 uur
vorming van gemiddelde waarde) van de
buitentemperatuur, bijv. houtconstructie met
snelle warmtedoorgang.
Instelling „2": gemiddelde demping (48 uur
vorming van gemiddelde waarde) van de
buitentemperatuur, bijv. muur met warmte-
isolatie met gemiddelde warmtedoorgang.
$XIKHL]SURJUDPP IU )X‰ERGHQKHL]XQJ

Opwarmprogramma voor vloerverwarming

7HPSHUDWXU
Temperatuur
0D[LPDOWHPS
Max. temp.
6WHLJXQJ .7DJ
Verhoging K/dag
6RFNHOWHPS
Sokkel temp.
'DXHU6RFNHOWHPS
Continu sokkel
Continue
lopen
Looptijd pompen
Instelling „3": sterke demping (72 uur
vorming van gemiddelde waarde) van de
buitentemperatuur, huis met langzame
warmtedoorgang.
INSCH POMP
11
Pompbesturing verwarmingscircuit
De parameter INSCH POMP geldt alleen voor
het directe verwarmingscircuit 1, dus voor
verwarmingscircuitpomp 1.
De parameter kan AAN of UIT geschakeld
worden. In de instelling UIT loopt de
verwarmingscircuitpomp niet cyclisch. De
pomp loopt continu en wordt alleen in het
zomerbedrijf uitgeschakeld.
Zodra de parameter op AAN wordt gezet,
wordt de verwarmingscircuitpomp volgens
een vast temperatuurverloop door de
buitentemperatuur ingeschakeld.
De inschakelimpuls voor de
verwarmingscircuitpomp bedraagt altijd 5
minuten.
'DXHU0D[LPDOWHPS
Continu max. temp.
Insch pomp
Pauze
(QGH
=HLW
Einde
Tijd
Tijd in min

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wpms ii

Inhoudsopgave