Bedieningsvoorschriften
1 Blik op het toestel
RUIMTETEMP VK1
1
2
3
4
5
11
G
F
E
1.1 Beschrijving van het apparaat
De warmtepompmanager van de tweede
generatie, afgekort WPM II, zorgt voor de
besturings- en regelingstechnische processen
van alle Stiebel Eltron-warmtepompen.
Via de digitale busaansluiting worden de
aangesloten warmtepompen aangestuurd
en worden de gegevens in twee richtingen
overgedragen.
Cascaderegeling
Voor het opwekken van warmte kunnen
maximaal 6 niveaus worden aangestuurd.
De toegestane maximale configuratie voor
de cascaderegeling is afhankelijk van het
warmtepomptype.
z 6x een-compressoren WP
z 3x twee-compressoren WP met gelijke
compressoren
z vanaf de derde aangesloten warmtepomp,
moet er een MSM voor de aansturing van
de WP-circulatiepompen worden gebruikt
Overzicht functies
z RS 232-interface voor instelling en controle
via PC
z Door driedraads-databus snelle installatie
en systeemuitbreiding door mengmodule
MSM
z Aansturing van een tweede warmtebron
voor warm water en verwarming
z 9 temperatuuringangen voor weergave
instelwaarde/werkelijke waarde
2
(voor de gebruiker en de vakman)
A
D
C
z Indien nodig schakeling van 7 verschillende
circulatiepompen
z Invoer van de vorstbeveiligingsgrenzen
m.b.t. installatie en warmtepompen
z Tenminste 10 h gangreserve van de timer
z Automatische pompkickschakeling
z Resetmogelijkheid
z Storingslijst met nauwkeurige displayweer-
gave van de storingscodes, de datum en de
tijd
z Snelle en nauwkeurige storingsdiagnose
d.m.v. installatie-analyse incl. het opvragen
van de temperaturen van warmtepomp en
periferie zonder hulptoestel
z voorinstellingen van de timerprogramma's
voor alle verwarmings- en warmwater-
circuits
z Zonne-differentiaalregelaar of warmte-
energiemeter geïntegreerd
1.2 Bedienings- en montagevoor-
schriften
Naast deze gebruiksaanwijzing dient u ook te
letten op de aanwijzingen die behoren bij de
gebruikte componenten.
Afhankelijk van de installatie moeten
bovendien de gebruiks- en
montageaanwijzingen van de onderdelen
die bij het apparaat horen, worden
opgevolgd!
6
7
8
9
10
B
A Display
B Draaiknop
C
Draaischakelaar reset / auto
D Toets programmering
E
Controlelampje programmering
F
Optische interface RS 232
G Klepje (open)
Statusaanduiding installatie
1 Mengventiel gaat open
2 Mengventiel gaat dicht
3 Circulatiepomp verwarmingscircuit
2, 'mengcircuit'
4 Circulatiepomp verwarmingscircuit
1, 'radiatorcircuit'
5 Warmwaterbereiding
6 Compressor 1
7 WP-circulatiepomp 1
8 Compressor 2
9 WP-circulatiepomp 2
10 2e warmtebron (verwarming)
11 Menu
1.3 Onderhoud en controle
Onderhoudswerkzaamheden, zoals
de controle van elektrische
aansluitingen, mogen alleen worden
uitgevoerd door een vakman. Tijdens het
inbouwen dient het apparaat tegen stof en
vuil beschermd te worden.
De kunststof onderdelen kunnen met een
vochtige doek worden gereinigd. Gebruik geen
reinigingsmiddelen die schuren of oplossen!
Gevaar voor verwondingen!
Als kinderen of personen met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of gees-
telijke mogelijkheden het toestel moeten
bedienen, dient u ervoor te zorgen dat dit
enkel gebeurt onder toezicht of na een de-
gelijke opleiding door een voor hun veilig-
heid bevoegde persoon.
Hou altijd toezicht op kinderen en zorg er-
voor dat ze nooit met het toestel spelen.