Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rijen-Strooiinrichting (Alleen Voor 10- En 12 M. Strooiboom); Rijen-Strooiset (Alleen Voor 10- En 12 M. Strooiboom) - Amazone JET 1204 F Bedrijfshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

6.6 Rijen-strooiinrichting (alleen voor 10- en 12 m. strooiboom)
Deze extra uitvoering wordt
bij
het strooien op rijen
gebrui
kt voor alle kunstmestsoorten,
o.a.
bij
mais-st
rooien. De rijen-strooiinricht ing w ijst voor
het
midden
van
de machine twee- en voor de
strooibomen elk-zeven
kunstmestuit
lopen
op
.
Het leiden
van
de
kun stm
est naar de
bodem
voor-
komt
verbrandingsbeschad
igingen aan
de planten. De kunstmest wordt
in rij
en, echter
gelij
kmatig
en breedwerpig verdeelt op de bodem afgelegd
,
zodat geen verdere
groei-stofkoncentraties
in
de
wortel omgeving kunn en optreden.
De montage
van het rijenstrooiset
is
eenvoudig
.
Onder de aandrijfkast
worden,
door
losmaken
van
de
bevestigingsbouten,
de beide
verdeler
platen
(fig.16/2
en
18/
1)
aan de injektor buizen er
uitgeno-
men. Met behulp van de zelfde bouten worden op die plaats de
uitlopen
voor
het
middengedeelte
bevestigd.
Aan
de strooiboomen worden rechts en
links
de
verdeler
platen afgenomen
.
De kunststof
bochten
(fig.21
/
1) worden van de
houder
afgetrokken
,
wanneer
met
behulp van een schroeven-
draaier
de,
in
de
houder
grijpende,
blokkeerpal
teruggedrukt
wordt.
Aansluitend
worden de bochten
(fig.21/1)
eventueel
met
behulp
van
een korte draadstang en de
haakbouten (fig.21
/2), tezamen
met
deel
(fig.21
/3) en de
hoek (fig.22/1)
in
de
stand
zoals in
fig.21,
aan
de strooiboom bevestigd. Het bevestigings gat voor de bout (fig.21
/
4)
moet
eventueel
nog
geboord
worden.
De uitlopen (fig.21
/5) zijn
op de bochtenm (fig.21
/
1)
te steken.
Om
een
overzicht van
de
toe-
laatbare
transportbreedte, en
bij
strooier
Jet 1204
het
telkens
aanstoten
van de middelste uitlopen
(fig.21
/5)
op de voorraadtrechter,
bij
het inklappen van
de strooibomen te
voorkomen, moeten
voor
het inklappen
enkele bochten
(fig.21
/
1)
in
de stand
overeenkomstig
fig.22
gezwenkt worden
,
nadat
de
vleugelmoer
(fig.22/2) en
de
daarbij behorende bouten zijn
losgemaakt.
Indien
de machine met
een
hydraulische strooiboombediening is uitgevoerd, moeten voor het in-
klappen
van de
strooi
boom de bochten (fig.21
/1) onvooorwaardelijk
in
de
stand vol
gens
fig.22,
worden gedraaid. Bovendien moet men er bij de
montage
op
letten
dat links
en
rechts de
geidings-
veer (fig.21 /6) bij
de buitenste
bochten (fig.21
/
1)
aan
de binnenste
strooi
boom, in tegenstelling tot,
zoals is weergegeven
in fig.21
-
in
rijrichting
gezien achter gemonteerd
moet
worden. Bij
het
inklap-
pen er
op letten dat
de
uitloop (fig.21
/5)
van de
binnenste
bochten (fig.21
/
1)
aan de
buitenste
boom-
gedeelten,
niet
worden
ingeklemd, maar op de houderbeugel van
de strooi boom worden
gelegd.
De instelling van de uitlopen
(fig
.21
/
5)
op
de gewenste rijen-afstand
van
de planten
,
gaat
het
best
op
het veld. Nadat de bouten (fig.21
/
7) losgemaakt
en de aansluitsteunen
(fig.21
/
8) en geleidingdsve-
ren
(fig.21/6) verdraait
worden en
de uitlopen (fig.21
/
5)
daarmee
aan de
rijenafstand van de
planten
is
aangepast.
Instelmogelijkheden voor verschillende rijen-afstanden
zijn
onderpnt.
9.1 schematisch
weergegeven.
Bij
de voorbeelden
a-d
(zie
aanhang)
bevinden
zich
binnen het
traktor-spoor
twee
planten
rijen
, ter-
wijl
bij voorbeeldezich
een
of drie
planten-rijen
binnen de traktor-sporen
bevinden.
Het
gebru ik
van
dit
voorbeeld
komt
in
aanmerking
bij
zeer grote
of
zeer smalle
spoorbreedten
en bij smalle
traktor
banden.
In
deze gevallen dienen
slangen niet
gekruist
te
worden.
37

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Jet 1504 fJet 1204 hJet 1504 h

Inhoudsopgave