4.5 lnjektorsluizen en doseerrollen
4.5.1 De
injektorsluizen
kompleteren en
inhangen
Vervolgens
moeten de
los-meegeleverde
Krummer volgens de
afbeelding
(fig.3) gemonteerd
worden.
Daarna het injektor-frame
van onderaf in het frame hangen (fig.4/1
).
Daartoe de
injektor-frames
op
de steunen
aan
het
luchtkanaal
opleggen en achter oplichten. De
"greep"
(fig.4/2) intrekken
en
ophangen.
Kontroleren
op
een
juiste
aansluiting op
het
injektor-frame,
omdat eventueel
luchtverlies
de verdeel nauwkeurigheid
kan doen afnemen.
4.5.2
Het
verstellen van
de doseerwalsen bij wijziging van de toevoerhoeveelheid; b.v. de
werkbreedte.
Elk doseer-tandwiel op de wals
(fig.5/
1) is door
een
bout (fig.5/2) met de
aandrijving
gekoppeld. Door
uitdraaien van deze bout (fig.5/2) kan het betreffende doseer-tandwiel worden
stilgezet.
Hiertoe
dient men de bout zover terug ~e draaien (niet geheel uitdraaien), totdat het doseer-tandwiel vrij
kan
draaien op de as.
Dit
doseer-tandwiel wordt tijdens het draaien van de wals vastgehouden en voert
geen
kunstmest
toe. Op deze wijze kan voor bepaalde kunstmestsoorten
,
waarbij extreem kleine hoeveelheden uit-
gebracht
moeten
worden, de dosering tot 50
%
worden teruggebracht,
indien
men elk tweede tand-
wiel van de aandrijving
losmaakt.
Op deze manier kan ook (door het stilzetten van bepaalde
doseer-
tandwielen) het
strooigoed
in
deelbreedten van de strooiboom worden uitgestrooid.
Bij 15 m. werkbreedte is de eerste arreteringsbout (fig.5/2), in rijrichting gezien aan de linker
en
de
rechter doseer-eenheid, er
uit
te draaien (niet te verwijderen) tot het doseer-tandwiel op de as vrij
doordraait.
15