4 In bedrijf nemen van de strooier
4.1 Het aankoppelen
De
machine wordt
aan de driepunts-aanspanning
Kat.
Il van de traktor
aangekoppelt. Onder
nor-
male omstandigheden dienen de
pennen
voor
de
onderste
draagarm-aankoppeling in de bovenste
gaten-
en
tijdens
het "na-bemesting" strooien
in
de onderste gaten van de strooier gemonteerd te
worden. De strooier moet met
beh
ulp
van
de
topstang
evenwijdig met de bodem worden
ingesteld.
Inwerkstand
is deze afstand: onderkant van de machine tot de
grond
of
toppen van de planten ca.
70 cm.
Omdat
deze
afstand bij
het
"na-bemesting
"
strooien
niet kan worden
bereikt,
dienen de ver-
deler platen
aan
de strooi boom
zo
te
worden gesteld dat
ze
omhoog wijzen (zie
5.5)
4.2 De kruiskoppelings-as
Bij
de eerste montage het voorste
as
gedeelte op
de
traktor
as opschu iven.
De afschermpijpen
ech-
ter
nog niet
in
elkaar steken,
maar door
langs
elkaar te houden
kontroleren of
de
aftakas
pij
pen
in
elke stand enerzijds nog
minstens
60 mm.
in elkaar
grijpen
en anderzijds
niet tegen de
kruiskop-
pelingen
aanstoten
! Bij te
lange
beschermpijpen dienen beide
einden worden
ingekort (fig .1
).
De
hoek-inslag van
een
kruiskoppeling mag
25
graden niet overschrijden!
De afschermpijpen smeren!
De aftakas afscherming
is
demonteerbaar.
4.3 Montage van de strooiboom
De montage van de strooiboom gaat volgens een speciaal meegeleverde montage handleiding. Bij
eerste
gebruik van de hydraulisch bediende
stroo ibomen
dient men de doseerventielen
(fig.2/
1)
zo
in te
stellen
dat de delen
langzaam
in
-
en uit
elkaar
gaan.
Voordat
de
stelschroef aan
het
doseerven-
tiel verdraait kan worden dient eerst de inbus-bout (zekerheid tegen
zelf
verdraaien)
,
losgedraaid te
worden.
4.4 Hydraulische strooiboom bediening
Bij de
strooiers
met een strooiboom van 15-, 16-,
en
18 m. hoort
standaard
een hydraulische
strooi-
boom bedien
ing.
Voor de andere werkbreedten is de hydraulische strooi boom bediening
als extra te
leveren.
Met behulp van twee
afzonderlijke-
eenzijdig
werkende
stuurventielen
kan
de strooi boom
eenvoudig
in-en
uit worden geklapt. Tijdens transport
altijd
de
strooiboom
onvoorwaardelijk in de
transport-
stand
blokkeren door de houder te zekeren!
13