3.2.9
Toelaatbare as-gewichten en totaal -gewichten
in
acht
nemen!
Bij
omhooglichten
van
de
kunstmeststrooier
wordt de vooras van de traktor, afhankelijk
van
het mach ine
gewicht,
ont-
last.
Op het
konstant houden
van
de noodzakelijke
vooras
belasting dient
men te
letten
(dit
moet minstens 20
%
van
het
led
ig
gewicht
zij n!)
3.2.10
Bij
wend-manouvres
met uitgeklapte
strooiboom
,
dient
men
te letten
op personen
en
verkeer!
3.2.11
Bij
het rijden
door
bochten dient
men
de lad ing, en
daardoor het massa-gewicht
van
de
ma-
chine,
in
acht te nemen!
Om het
heen-
en weer pendelen
van
de strooier te
voorkomen
tijdens
het
werken,
dienen de
onderste draagarmen van
de
traktor,
geschoord te
worden (zie traktor uitvoering)!
3.2.12
Tijdens het
rijden
de
traktor
zitplaats nooit verlaten!
3.2.13
Voor het verlaten van de
traktor,
de machine op de grond laten
zakken,
de motor
afzetten
en
de kontaktsleutel er uit
nemen.
3.2.14
Het
zich
ophouden binnen het werkbereik van de machine is verboden!
3.2.15
Tijdens de
"afdraai-proef"
op, door draaiende machine delen gevaarl ijke plaatsen,
letten!
3.2.16
Het vullen van de kunstmeststrooier alleen bij niet draaiende traktormotor, met uitgenomen
kontaktsleutel en gesloten bodemkleppen, uitvoeren!
3.2.17
Klevende kunstmest nooit met de
hand,
maar met daarvoor geschikte hulpmiddelen, bij
uit-
geschakelde aftakas of uitgeschakelde doseer-aandrijving, uitvoeren!
3.2.18
De
toegelaten
vul hoogte in
acht
nemen!
Max.
vullen bij Jet 1204: tot 1600
kg. en bij
Jet 1504:
tot
1600 kg.
De machine mag in gevulde
toestand
uitsluitend op het hoofdframe
worden afgezet!
3.2.19
Geen
vreemde
delen
in
de
voorraadtrechter leggen!
3.2.20
Voorzichtig bij het
zich
ophouden binnen
de strooi-
zone van de kunstmeststrooier!
3.2.21
De strooier uitsluitend met de voorgeschreven delen bevestigen!
3.2.22
Bij het aan-
en
afkoppelen van de machine
aan
de
traktor,
is
bizondere
voorzichtigheid
geboden!
3.2.23
De machine
en
de traktor tegen
wegrijden
blokkeren!
3.2.24
De machine uitsluitend in bedrijfnemen wanneer
al
le
afscherm mogelijkheden
zijn
aange-
bracht en in de
"afschermstand" zijn!
3.2.25
Voor het
aan-
of afkoppelen van de machine, van de driepunts-bevestiging, de bedienings-
hendels in de stand brengen waarin ongewenst heffen of
zakken
is uitsgesloten!
3.2.26
Hydraulisch
in-
of uitklappen van de strooibomen mag uitsluitend
plaats
vinden
wanneer er
geen personen binnen het
werkbereik zijn!
3.2.27
Let op het ordelijk
liggen
van de draagkabels
en
de
andere
dragende verbindingen!
3.2.28
Bij bediening van de "buiten-bedieningshendels" voor de driepunts- aanbouw, nooit tussen
de
traktor
en de machine gaan!
8