Machine aan- en afkoppelen
Machine aankoppelen:
1. Controleer of de Cirrus aan elke zijde van
de machine onder de buitenste V-ring
banden met 2 x 2 wielkeggen (Afb. 92) is
beveiligd.
2. Bevestig de kogelkoppelingen (Afb. 93/1)
met vanghaak op de trekpennen (cat. III)
van de trekdissel en beveilig ze met
lunspennen.
De kogelkoppelingen zijn afhankelijk van
het type tractor (zie bedieningshandleiding
van tractor).
De Cirrus 3001 en Cirrus 4001 kunnen
voorzien zijn van trekpennen (cat. II).
90
WAARSCHUWING
Wanneer de Cirrus losgekoppeld van de tractor wordt
geparkeerd met een volle luchtdrukketel, zorgt de perslucht van
de luchtdrukketel ervoor dat de remmen inschakelen en
blokkeren de wielen.
De perslucht in de luchtdrukketel en daarmee de remdruk
neemt geleidelijk af tot nul wanneer de ketel niet wordt
bijgevuld. Daarom mag de Cirrus alleen met wielkeggen worden
geparkeerd.
De remmen komen bij een gevulde luchtdrukketel direct los,
zodra de voorraadleiding (rood) op de tractor wordt
aangesloten. Daarom dient de Cirrus op de trekstangen van de
tractor te zijn aangesloten en de handrem van de tractor te zijn
aangetrokken voordat u de voorraadleiding (rood) aansluit.
Verwijder de wielkeggen pas zodra de Cirrus op de trekstangen
van de tractor is aangesloten en de handrem van de tractor is
aangetrokken.
Afb. 92
Afb. 93
VOORZICHTIG
Gevaar voor bekneld raken binnen het bereik van de bewegende
trekbalk.
3. Open de borging van de trekstangen van de tractor, d.w.z. dat zij
gereed dienen te zijn om te koppelen.
4. Richt de haken van de trekstangen zodanig dat zij op een lijn
Cirrus BAH0006 03.06