8.8.2
Lengte van de stelen van de buitenste schijven instellen
In elke rij schijven kan de lengte van de stelen
van de buitenste schijven worden ingesteld.
De stelen van de schijven
·
van de voorste rij schijven inkorten
wanneer de buitenste schijven teveel
grond naar buiten werpen.
·
van de achterste rij schijven inkorten
wanneer de buitenste schijven teveel
grond naar binnen werpen.
Draai de voor het verstellen van de stelen
losgedraaide moeren na het instellen opnieuw
goed vast.
8.8.3
Kantschijven instellen
1. Stel de kantschijven zodanig in verticale
richting in dat de bewerkte grond niet naar
de zijkant uit het werkgebied van de
machine wordt verplaatst en er geen
ophogingen ontstaan.
Bevestig elke kantschijf met een schroef
(Afb. 129/1).
2. Controleer of er aan de zijkant ophogingen
zijn. Als dat zo is, dient u de instelling van
de kantschijven aan te passen.
Cirrus BAH0006 03.06
Afb. 128
Afb. 129
VOORZICHTIG
Gevaar voor bekneld raken tijdens het verstellen van de
kantschijven.
De kantschijven van de Cirrus 3001 zijn ingeklapt ten behoeve
van transport (zie hoofdstuk 9, op pagina 120).
Instellingen
113