12.4.1
Rijpaden instellen op de breedte van de tractor (vakwerkplaats)
Controleer of de rijpadenschakeling correct is
ingesteld op de breedte van de tractor:
·
De zaadtransportslangen (Afb. 203/1) van
de rijpadenkouters dienen bevestigd te
zijn aan de openingen van de verdeelkop,
die door de schuiven (Afb. 203/2) kunnen
worden gesloten.
Indien nodig kunt u zaadtransportslangen
onderling verwisselen.
·
De spoorbreedte verandert met het aantal
zaaischijven, die bij het aanleggen van de
rijpadden niet zaaien.
Om twee sporen aan te leggen, kunnen
de schuiven (Afb. 203/2) in de verdeelkop
per spoort het volgende afsluiten
o
bij de Cirrus 3001/4000 tot 3
openingen
o
bij de Cirrus 6001 tot 6 openingen
·
Schakel schuiven (Afb. 203/2 die u niet
gebruikt uit (zie hoofdstuk 12.4.1.1, op
pagina 172).
Cirrus BAH0006 03.06
Controleer bij levering van de machine en bij aanschaf van een
nieuwe tractor of het in de verdeelkop ingestelde rijpad is ingesteld op
de spoorbreedte van de tractor.
WAARSCHUWING
De verdeelkop bevindt zich in het midden van de machine.
Trek de handrem aan, schakel de motor van de tractor uit en
verwijder de contactsleutel!
Reinig de opstap naar de verdeelkop en rondom de verdeelkop
(gevaar voor uitglijden).
Naar de verdeelkop en bij de verdeelkop bestaat gevaar voor
ongevallen.
Afb. 203
Stel de spoorschijven van de vooropkomstmarkeur (indien
gemonteerd) in op de nieuwe spoorbreedte (zie hoofdstuk 8.11.2,
op pagina 119).
Reinigen, service en onderhoud
171