8.6
Zaaidiepte instellen
2. Breng de machine omhoog tot de draagarm
(Afb. 119/1) van de diepte-instelbout (Afb.
119/2) losraakt.
3. Trek de handrem aan, schakel de motor van
de tractor uit en verwijder de contactsleutel.
WAARSCHUWING
Voer de instelling alleen uit als de
motor is uitgezet, de handrem is
aangetrokken en de contactsleutel
is verwijderd!
WAARSCHUWING
Pak de diepte-instelbout zodanig
vast, dat uw hand nooit tussen de
draagarm (Afb. 120/3) en de diepte-
instelbout (Afb. 120/1) komt!
4.
Steek de diepte-instelbout (Afb. 120/1
o
in alle machinesegmenten
o
in hetzelfde vierkante gat.
Cirrus BAH0006 03.06
1. Schakel de Low-Lift-functie uit (zie bedieningshandleiding
).
WAARSCHUWING
Stuur iedereen uit de gevarenzone weg.
Afb. 119
Afb. 120
De zaaidiepte neem toe
·
naarmate een dieper vierkante gat (Afb. 120/2) wordt gekozen
voor het insteken van de diepte-instelbout
·
naarmate het getal van de diepte-instelbout op het contactvlak
van de draagarm (Afb. 120/3) hoger is.
·
Door de diepte-instelbout op een ander getal te draaien,
verandert de zaaidiepte met ca. 7 mm.
·
Let erop dat de diepte-instelbouten zich bij alle draagarmen op
dezelfde hoogte en in dezelfde positie bevinden.
·
De zaaidiepte is afhankelijk van de grondsoort en de snelheid
waarmee wordt gezaaid.
Instellingen
109