Werken met de machine
10.6
Keren op de kopakker
Voordat u op de kopakker keert:
1. Ga langzamer rijden.
2. Verlaag het toerental van de tractor niet te
ver, zodat de hydraulische functies op de
wendakker nog vlot worden uitgevoerd.
3. Bedien regeleenheid 1.
4. Keer de combinatie (indien gewenst met
maximale stuuruitslag van de tractor) zodra
de machine is opgeheven.
Na het keren op de kopakker:
1. Bedien regeleenheid 1 tenminste 5
seconden zodat de machine volledig
omlaag wordt gebracht.
2. Ga vervolgens rijden.
140
Afb. 169
Als u regeleenheid 1 bedient voor het keren, wordt/worden
·
de machine door het geïntegreerde onderstel omhooggebracht
·
het kouterframe omhooggebracht.
Als de Low-Lift-functie is ingeschakeld, kan het kouterframe niet
omhoog worden gebracht. Door de Low-Lift-functie in te
schakelen, is de machine sneller opnieuw gereed voor gebruik.
Schakel de Low-Lift-functie alleen in, als de zaaischijven bij het
keren niet in aanraking met de grond kunnen komen.
·
het stapwiel omhooggebracht en de rijpadenschakeling
doorgeschakeld
·
de markeurs ingeklapt
·
de schijven van de vooropkomstmarkeur omhooggebracht.
Afb. 170
Als u de regeleenheid 1 na het keren bediend, wordt afhankelijk
van de programmering in de
·
de machine en het kouterframe omlaaggebracht
·
de tegenoverliggende markeur in de werkstand gebracht
·
het stapwiel in de werkstand gebracht
·
de schijven van de vooropkomstmarkeur omlaaggebracht.
Cirrus BAH0006 03.06