Werken met de machine
10.4
Beginnen met zaaien
138
Als u met het zaaien begint:
1. Stuur iedereen uit de gevarenzone weg.
2. Zet de machine op de kopakker in de werkstand.
3. Bedien regeleenheid 1.
Deze regeleenheid voert de volgende hydraulische functies uit:
o
Machine laten zakken
o
Stapwiel laten zakken
o
Markeurs laten zakken
o
Kouterframe laten zakken.
4. Controleer het schakelritme voor de rijpaden.
5. Controleer de rijpadenteller, indien nodig corrigeren.
6. Controleer het toerental van de turbine, indien nodig corrigeren.
7. Begin te rijden.
8. Na 100 m controleren en indien nodig corrigeren:
o
Arbeidsintensiteit van de schijveneg
o
Zaaidiepte
o
Arbeidsintensiteit van de exacteg.
Bedien de regeleenheden van de tractor uitsluitend in de cabine
van de tractor!
Controleer voor het zaaien of de juiste rijpadenteller voor de
eerste rit wordt weergegeven!
Ontsmet zaaigoed is zeer giftig voor vogels!
Het zaaigoed moet volledig zijn ondergewerkt of met grond
bedekt zijn.
Voorkom dat er bij het heffen van de zaaischijven nog zaaigoed
naar buiten loopt.
Verwijder gemorst zaaigoed direct!
Cirrus BAH0006 03.06