Opbouw en werking
5.2.1
Aansluiten van de rem- en voorraadleiding
1. Open de kappen (Afb. 49/1) van de
koppelmoffen op de tractor.
2. Controleer of de afdichtringen in de
koppelmof schoon en schadevrij zijn.
3. Reinig verontreinigde afdichtringen of
vervang beschadigde afdichtringen.
4. Bevestig de koppelmof van de remleiding
(geel) in overeenstemming met de
voorschriften aan de geel gemarkeerde
koppeling (Afb. 49/2) op de tractor.
58
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen
trekken en stoten vanwege een niet goed functionerend
remsysteem!
·
Let er bij het aansluiten van de rem- en voorraadleiding op dat
o
de afdichtringen van de koppelmoffen schoon zijn
o
de afdichtringen van de koppelmoffen goed afdichten.
·
Vervang beschadigde afdichtringen direct.
·
Tap water uit de luchtketel elke dag voor de eerste rit af.
·
Ga met de aangekoppelde machine pas rijden als de
manometer op de tractor 5,0 bar aangeeft!
WAARSCHUWING
Gevaar door bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen
trekken en stoten door onbedoeld gaan rijden van de machine
als de bedrijfsrem is losgezet!
Sluit altijd eerst de koppelmof van de remleiding (geel) en daarna de
koppelmof van de voorraadleiding (rood) aan.
De bedrijfsrem van de machine wordt direct losgezet zodra u de
rode koppelmof aansluit.
Afb. 49
Cirrus BAH0006 03.06