„Menu"
Instellen /
Actie
„Stop"
„Relais 1 **"
„Relais 2 **"
„Contact"
„Charge (ingang)"
„Analoog"
„Frequentie *2"
Tab. 18: Geselecteerde waardebereiken
Aanduiding
Regelnummers
Dag (datum)
Tijd van de dag (uren)
Seconden
11.3.2.1.2
Startcondities
Voorbeeld
activerende gebeurtenis (trigger)
Init
Init
80
Beschrijving
Pomp stoppen
Relais laten schakelen naar toe‐
stand ...
Relais laten schakelen naar toe‐
stand ...
Omschakelen naar deze bedrijfsmodus --
Omschakelen naar deze bedrijfsmodus --
Omschakelen naar deze bedrijfsmodus --
De pomp met deze slagfrequentie
laten werken
*1: alleen beschikbaar in de bedrijfsmodus
„Instellingen" - „Automatisch"
*2: alleen beschikbaar als klassiek / zoals gebruikelijk wordt gedoseerd zie
„Instellingen" - „Automatisch"
hfst.
** Optie; moet aan de
In-/uitgangen è relais è relaistype" - zie dit hfst. van de gebruikers‐
è
handleiding onder hfst.
„Init"
Via de activerende gebeurtenis
gramma startvoorwaarden worden gegeven.
Actie
-
Relais 2
-
Contact
Dit voorbeeld betekent:
Zodra het programma wordt gestart (via
netspanning aan), schakelt
„Bedrijfsmodus" naar „Contact" .
Waarde
Slagen/h *2 (
„Slaglengte"
--
open
gesloten
open
gesloten
Slagen/h (
„timer" zijn toegewezen (onder „Instellingen
„Instellingen" )
Waardebereik
01 ... 99
01 ... 28
00 ... 23
0001 ... 9999
„Init" kunnen voor aanvang van het pro‐
„Timer è Activering è actief" of
„Init" het „relais 2" naar „gesloten" en de
„doseerfrequentie" ) +
„doseerfrequentie" )
„Automatisch" - zie hoofdstuk
gesloten
-