„Menu"
Instellen /
Foutafhandeling
54
„Onderste zijband"
n
„Bovenste zijband"
n
„0 - 20 mA"
Bij 0 mA staat de pomp stil –
Bij 20 mA werkt de pomp met de maximale slagfrequentie.
„4 - 20 mA"
Bij 4 mA staat de pomp stil –
Bij 20 mA werkt de pomp met de maximale slagfrequentie.
Bij stroomsignalen lager dan 3,8 mA, wordt een foutmelding weergegeven
en wordt de pomp gestopt (bijv. bij kabelbreuk).
„Lineaire curve"
Op het LCD-scherm verschijnt het symbool "Lineaire curve". Elk slagfre‐
quentiegedrag van de pomp kan proportioneel met het stroomsignaal
worden geprogrammeerd. Hiervoor twee willekeurige punten P1 (I1, F1)
en P2 (I2, F2) invoeren (waarbij F1 de slagfrequentie is waarmee bij
stroom I1 moet worden gewerkt en F2 de slagfrequentie waarmee bij
stroom I2 moet worden gewerkt), zo wordt een rechte lijn gedefinieerd en
dus het gedrag:
F
max
F2
P1
F1
0
Afb. 32: Frequentie-stroom-diagram voor "Lineaire curve"
Teken een grafiek zoals de bovenstaande - met
waarden voor (I1, F1) en (I2, F2) – om de pomp naar
wens te kunnen instellen!
Het kleinst verwerkbare verschil tussen I1 en I2 is 4 mA
(ll I1-I2 ll ≥4 mA).
„Foutmelding" kan voor deze verwerkingstypen een
Bij het menu-item
foutafhandeling worden geactiveerd.
„Onderste zijband"
Met dit verwerkingstype kan de doseerpomp via het stroomsignaal worden
aangestuurd, zoals in de onderstaande grafiek is aangegeven.
P2
I 2
I 1
20
I [mA]
B0088