11.3.1
Activering/Deactiveren
11.3.2
Timer instellen
Lees als eerste dit hoofdstuk volledig door, om uzelf
–
een overzicht te verschaffen. Door het doornemen
van dit hoofdstuk zult u de timers beter begrijpen.
De timer gamma/ X kan, afhankelijk van gebeurtenissen, op vooraf vast‐
gelegde tijdstippen en tijdsafstanden:
de relais openen/sluiten
n
het niveau van een Config-I/O-uitgang schakelen
n
door het niveau van een Config-I/O-ingang worden aangesproken
n
een vertrager starten
n
de bedrijfsmodus wijzigen
n
de pomp met een vooraf ingestelde doseercapaciteit/slaglengte laten
n
werken
de pomp stoppen/starten
n
een charge activeren (
„charge (kloktijd)" )
n
„Menu / Informatie è Timer è Activering è ..."
Het is uitsluitend mogelijk de timer te programmeren,
zolang de „Activering" op „inactief" is ingesteld.
Om de timer te programmeren, de
schakelen.
ð De eerste regel van het timermenu
„Inactief" aan.
Om de timer te activeren, de
ð De eerste regel van het timermenu
„Actief" aan.
De timer begint te werken - de aanduiding Timer
in de basisweergave.
De timersoftware representeert bij het instellen van
de „Activering" op „actief" de toestand van de pomp, die
deze op dit tijdstip zou hebben, wanneer deze zonder
onderbreking op „actief" zou zijn ingesteld.
Vertraagde, gekoppelde acties ondervinden hiervan
geen invloed.
„Menu / Informatie è Timer è Timer instellen è ..."
In het menu
„Timer instellen" kunnen instructies (ook "programmaregels"
genoemd) voor een timerprogramma worden aangemaakt.
Maximaal 99 instructies (programmaregels) kunnen worden aangemaakt.
Het aanmaken gaat in deze volgorde:
Instellen /
„Activering" naar „Inactief"
„Timer staat" geeft dan
„Activering" naar „Actief" schakelen.
„Timer staat" geeft dan
is zichtbaar
„Menu"
77