SAEx 25.1 – SAEx 40.1/SAREx 25.1 – SAREx 30.1 Meld- en stuureenheid: elektromechanisch
ACExC 01.1 Intrusive
6.
Bediening
6.1.
Handmatige bediening
6.1.1.
Handmatige bediening inschakelen
Informatie
LET OP
6.1.2.
De handmatige bediening ontkoppelen
De aandrijving kan handmatig worden bediend bij instellingen en inbedrijfstelling, in
geval van het uitvallen van de motor en bij stroomuitval. Via een ingebouwd omscha-
kelmechanisme wordt de handmatige bediening ingeschakeld.
Bij toepassing van remmotoren in acht nemen: Tijdens de handmatige bediening is de
motor ont koppeld. De remmotor kan om die reden tijdens handmatige bediening geen
last vasthouden. De last dient via het handwiel te worden vastgehouden.
Beschadigingen aan het omschakelmechanisme door een verkeerde bediening!
→ Handmatige bediening alleen bij stilstaande motor inschakelen.
→ De omschakelhefboom uitsluitend met de hand zwenken.
→ Het is NIET toegestaan de omschakelhefboom, omwille van de bediening, te
verlengen.
1. De omchakelhefboom met de hand tot ca. 85° draaien, daarbij het handwiel een
beetje naar links en rechts bewegen, totdat de handmatige bediening is gekoppeld.
2. Omschakelhefboom loslaten (keert door veerdruk naar de uitgangspositie terug,
eventueel met de hand meebewegen).
3. Handwiel in de gewenste richting draaien.
→ Om de afsluiter te sluiten, het handwiel met de wijzers van de klok mee
draaien:
➥ de aan te drijven as (van de afsluiter) draait met de wijzers van de klok
mee in de richting DICHT.
De handmatige bediening wordt automatisch ontkoppeld als de motor ingeschakeld
wordt. Tijdens het motorbedrijf staat het handwiel stil.
Bediening
29