SAEx 25.1 – SAEx 40.1/SAREx 25.1 – SAREx 30.1 Meld- en stuureenheid: elektromechanisch
ACExC 01.1 Intrusive
4.3.
Multi-turn aandrijving op afsluiter/ tandwielkast monteren
LET OP
4.3.1.
Aandrijfvormen B, B1 – B4 en E
Toepassing • Voor draaiende, niet stijgende spindel
Montage Aandrijfvorm boring met spiebaan:
Informatie Let op de centrering en het volledig op elkaar passen van de flenzen.
4.3.1.1.
Multi-turn aandrijving (met aandrijfvorm B1 – B4 of E) op afsluiter/tandwielkast monteren
→ Corrosiegevaar door beschadigingen aan de verf en vorming van condenswater!
→ Beschadigingen aan de verf na werkzaamheden aan de apparatuur herstellen.
→ Na de montage van het toestel direct elektrisch aansluiten zodat het verwar-
mingselement de vorming van condenswater verminderen kan.
• Niet geschikt voor stangkrachten
• Aandrijfvorm B1 – B4 met boring volgens ISO 5210
• Aandrijfvorm B en E met boring volgens DIN 3210
• Het is mogelijk om de aandrijfvorm B1 op een later tijdstip te vervangen door een
aandrijfvorm B3, B4 of E.
Afbeelding 8: Aandrijfvormen
[1] Aandrijfvorm B1/B2 en B
[2] Holle as met spiebaan
[3] Aandrijfvorm B3/B4 en E
[4] Busje voorzien van boring en spiebaan
1. Controleer of de flenzen op elkaar passen.
2. Controleer of boring en spiebaan met de ingaande as overeenkomen.
3. Ingaande as licht invetten.
4. Multi-turn aandrijving plaatsen.
Informatie: Let op de centrering en het volledig op elkaar passen van de flenzen.
5. Multi-turn aandrijving met bouten volgens tabel monteren.
Informatie: Teneinde contactcorrosie te voorkomen adviseren wij de bouten van
vloeibare schroefdraadpakking te voorzien.
6. Bouten met draaimoment volgens tabel kruisgewijs vastdraaien.
Tabel 1: Aandraaimomenten voor bouten
Bouten
Schroefdraad
M16
M20
M30
M36
Aandraaimoment T
[Nm]
A
Sterkteklasse 8.8
214
431
1 489
2 594
Montage
13