Als u geen verzamelleiding installeert, voert u alternatief leidingwerk uit om een persleiding
aan te sluiten.
2. Leid de persleiding naar de opvangleiding en verbind beide met elkaar.
De persleiding moet een bocht hebben boven het terugstroomniveau dat zich boven straat-
niveau bevindt. Vraag de lokale autoriteiten om advies.
3.2.2.4 De ontluchtingsleiding aansluiten
Alle leidingaansluitingen moeten flexibel zijn om resonantie te verminderen.
Opvoerinstallaties voor zwart afvalwater moeten boven dakniveau worden ontlucht. U kunt echter
ook de ontluchtingsleiding, als secundaire ontluchting, naar het belangrijkste ventilatiesysteem
van het gebouw te leiden. Installeer speciale ontluchtingskleppen buiten het gebouw. Speciale
ontluchtingskleppen zijn verkrijgbaar als accessoires.
1. Snij het afgeblinde uiteinde van de ontluchtingsopening boven op de tank.
2. Bevestig een DN 70, buitendiameter Ø75, ontluchtingsleiding aan de ontluchtingsopening
met behulp van het buigzame koppelstuk en twee slangklemmen.
3. Leid de ontluchtingsleiding in het hoofdventilatiesysteem van het gebouw in overeenstem-
ming met de lokale voorschriften.
3.2.2.5 Een membraanpomp installeren
U kunt de optionele, met de hand bediende membraanpomp gebruiken voor het leegmaken van
de tank vóór service of onderhoud. Teneinde service of onderhoud mogelijk te maken, adviseren
wij u een afsluitklep te plaatsen. De tank heeft twee uitlaten voor 1 1/4" en 1 1/2 " leidingen. Het
buigzame koppelstuk voor 1 1/2" wordt met de opvoerinstallatie meegeleverd.
1. Boor een gat in de persopening met een boor van 20 mm.
Zorg ervoor dat het gewicht van de aanvoer-, pers- en onluchtingsleidingen niet
op de tank rust. Lange leidingen en kleppen moeten ondersteund worden.
Zorg ervoor dat het gewicht van de aanvoer-, pers- en onluchtingsleidingen niet
op de tank rust. Lange leidingen en kleppen moeten ondersteund worden.
Multilift MD1, MDV | | 14