3.2 De opvoerinstallatie installeren
3.2.1 Locatie
Installeer het product op een locatie die aan de volgende vereisten voldoet:
•
Controleer of de locatie goed verlicht is.
•
Controleer of de locatie goed geventileerd is.
•
Controleer of er ten minste 60 cm vrije ruimte rondom het product is.
•
Wij adviseren u een drainagepomp te installeren in een pompput beneden vloerniveau als u
de opvoerinstallatie plaatst in een kelder waar grondwater kan binnendringen. In sommige
landen is een drainagepomp of alleen een pompput vereist. Wij adviseren u tevens een
aparte vlotterschakelaar te installeren naast de opvoerinstallatie en deze aan te sluiten op
klemmen 13 en 14 van LC 221. Als de vlotterschakelaar wordt geactiveerd, geeft de rege-
laar een geluidsalarm af, wordt op het display een extern alarm EXTERN weergegeven,
knippert er een rode LED en wordt het relais voor een algemene storing geactiveerd.
3.2.2 Mechanische installatie
3.2.2.1 De pompen installeren
De onderstaande beschrijving is van toepassing op een systeem met afsluitkleppen en een keer-
klep.
Draaimomenten voor flenzen +/- 5 Nm
Nominale diameter
DN 80
DN 100
DN 150
*1
Licht gesmeerd schroefdraad
*2
Goed gesmeerd schroefdraad
1. Monteer een afsluiter aan de tank.
De afsluitkleppen kunnen zijn gemaakt van gietijzer of PVC. Het einde van de PVC klep kan
direct in de mof met plug-inafdichting worden gedrukt.
2. Sluit de pomp aan op de afsluitklep.
3. Bevestig de pomp op de vloer met de bij de opvoerinstallatie geleverde deuvels en bouten.
4. Bevestig de ontluchtingsflens aan de persopening van de pomp.
De opvoerinstallatie mag maximaal 2 meter overstromen gedurende zeven da-
gen.
VOORZICHTIG
Rugletsel
Gering of beperkt persoonlijk letsel
● Gebruik hijsapparatuur.
VOORZICHTIG
Beknelling van de voeten
Gering of beperkt persoonlijk letsel
● Draag veiligheidsschoenen bij het verplaatsen van het product.
Zorg ervoor dat het gewicht van de aanvoer-, pers- en onluchtingsleidingen niet
op de tank rust. Lange leidingen en kleppen moeten ondersteund worden.
Bouten
8 x M16
8 x M16
8 x M20
*1
Draaimoment [Nm]
70
70
140
Multilift MD1, MDV | | 11
*2
Draaimoment [Nm]
60
60
120