* Bij het opnemen van het bericht is het aan te bevelen ongeveer 4 seconden te pauzeren, of het gehele
bericht niet langer te maken dan 20 seconden.
4
Stel de beltijd in en de actie die moet worden verricht als u een fax ontvangt, en druk
op [Toepassen].
Stel dit in als de ontvangstmodus op [Fax/telefoon (automatisch schakelen)] staat. Als u een andere
ontvangstmodus hebt geselecteerd, is deze stap niet nodig.
[Starttijd beltoon]
Geef de periode op waarbinnen wordt bepaald of een binnenkomende oproep een fax of een gesprek is. Op
dit moment geeft het apparaat nog geen beltoon.
De ontvangst start zodra het apparaat heeft vastgesteld dat de oproep een fax is.
[Duur inkomende beltoon]
Geef de beltijd op voor binnenkomende oproepen als is vastgesteld dat de oproep geen fax is.
[Actie na beltoon]
Selecteer welke actie moet worden verricht als tijdens het bellen de handset niet wordt opgenomen.
Selecteer [Einde] om de oproep af te breken, of [Ontvangen] om de fax te ontvangen.
Verbinding met een telefoon of de optionele TELEPHONE 6 KIT
●
Voor meer informatie over verbinding met een telefoon of de optionele TELEPHONE 6 KIT hanteert u de
procedure voor de verbinding met de telefoonlijn.
telefoonlijn(P. 99)
[Netwerkomschakelaar]
●
In sommige landen kan [Netwerkomschakelaar] verschijnen als ontvangstmodus. In deze modus maakt het
apparaat onderscheid tussen binnenkomende telefoongesprekken en faxen. Om deze modus te gebruiken,
moet u zich abonneren op een netwerkschakeldienst.
●
U moet vooraf het apparaat aansluiten op een externe telefoon of optionele handsetkit.
Faxen
Stap 4: Verbinding maken met een
293