Klep aan de voorzijde
Open deze klep om tonercartridges te vervangen of een papierstoring in het apparaat te verhelpen.
USB-poort (voor USB-apparaten)
U kunt een gangbaar USB-geheugenapparaat of USB-toetsenbord aansluiten.
Hoofdschakelaar
Hiermee zet u het apparaat AAN en UIT.
Uitvoerlade
Bedrukt en gekopieerd papier wordt uitgevoerd via de uitvoerlade.
Papierlade
Gebruik de papierlade voor het laden van de papiersoort die u meestal gebruikt.
Multifunctionele lade
Als u tijdelijk papier wilt gebruiken dat zich niet in de papierlade bevindt, plaatst u het in de multifunctionele
lade.
Multifunctionele lade(P. 19)
Glasplaat
Plaats boeken, dik papier, dun papier, en andere originelen die u niet in de documentinvoer kunt plaatsen.
De geplaatste originelen worden in een vaste positie gescand.
Luidspreker
Produceert tonen om u te informeren over de faxcommunicatie-status en de activiteiten en status van het
apparaat.
Het volume aanpassen (voor modellen met een faxfunctie)(P. 199)
Het volume aanpassen (voor modellen zonder een faxfunctie)(P. 202)
●
Om efficiënt gebruik van het apparaat te waarborgen, moet u de buitenkant en de glasplaat regelmatig
schoonmaken.
Het oppervlak van het apparaat reinigen(P. 606)
De glasplaat reinigen(P. 607)
●
Als bij gebruik van de documentinvoer de volgende symptomen optreden, reinig dan de documentinvoer:
De documentinvoer reinigen(P. 608)
- Originelen worden vies
- Originelen komen vaak vast te zitten
- Afdrukken vertonen vlekken na het scannen of kopiëren, of na het verzenden van faxen
Over het apparaat
Het apparaat AAN en UIT zetten(P. 106)
Originelen plaatsen(P. 136)
12
Papierlade(P. 20)