[Afdrukgebied vergroten]
Geef op of u het afdrukgedeelte aan de rand van het papier wilt vergroten zonder marges rondom te handhaven.
* Als [Afdrukgebied vergroten] op [Aan] staat, wordt misschien een gedeelte van de rand van de afgedrukte
afbeelding niet afgedrukt, of het papier kan ook gedeeltelijk vlekken vertonen.
[Opmerkingen afdrukken]
Geef op of PDF opmerkingen worden afgedrukt.
Als u [Automatisch] selecteert, worden document en opmerkingen
*1
Uitsluitend opgegeven opmerkingen voor afdrukken in het PDF bestand.
[Wachtwoord om doc. te openen]
Als u een door een wachtwoord beveiligd PDF-bestand afdrukt, voer dan het wachtwoord in om het bestand te
openen.
[Andere instell.]
Kies en verander beeldkwaliteitinstellingen en andere gedetailleerde afdrukinstellingen.
[Halftonen]
Stel de afdrukmethode in voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en
donkere gebieden van een afbeelding). Voor meer informatie over de instellingen raadpleegt u het volgende:
[Halftonen](P. 543)
[Grijswaardeconversie]
Geef de conversiemethode op voor het afdrukken van kleurgegevens in zwart-wit. Voor meer informatie over
de instellingen raadpleegt u het volgende:
[Grijswaardeconversie](P. 543)
[Afdrukkwaliteit]
Pas de afdrukkwaliteit aan, zoals de dichtheid en resolutie, aan de hand van het document en doel van het
afdrukken.
[Densiteit]
Pas de tonerdichtheid aan tijdens het afdrukken.
Voor een nauwkeuriger instelling kunt u de tonerdichtheid aanpassen in [Fijnaanpassing].
* Als Tonerbesparing is ingesteld op Aan, kunt u de tonerdichtheid niet aanpassen.
[Tonerbesparing]
Geef op of er moet worden afgedrukt onder besparing op toner.
Om af te drukken na het controleren van de indeling en uitstraling (bijvoorbeeld voordat u een grote taak
afdrukt), selecteert u [Aan].
[Beeldverfijning]
Geef op of een vloeibewerking wordt gebruikt die vloeiender afdrukcontouren voor tekst en illustraties geeft.
[Resolutie]
Geef de afdrukresolutie op voor het verwerken van de afdrukgegevens.
Om met een hogere resolutie af te drukken, geeft u in deze instelling [1200 dpi] op.
Scherm [JPEG/TIFF-details instellen]
Met behulp van dit scherm kiest u gedetailleerde afdrukinstellingen voor JPEG en TIFF bestanden, zoals het aanpassen
van de beeldkwaliteit.
Om het scherm weer te geven, drukt u op [JPEG/TIFF-det. inst.] op het scherm Inst. Geheugenmedia Afdrukken.
[2-zijdig afdrukken]
Kies nu of u dubbelzijdig wilt afdrukken. Bij dubbelzijdig afdrukken selecteert u hoe afgedrukte pagina's worden
geopend als het papier wordt gebonden.
* Dit is dezelfde instelling als [2-zijdig afdrukken] op het scherm Inst. Geheugenmedia Afdrukken.
[N op 1] (JPEG bestand)
Afdrukken
*1
afgedrukt.
240