Het verzenden en ontvangen van faxen voorbereiden
Om met het apparaat faxen te verzenden of te ontvangen, gebruikt u het configuratiescherm (Faxinstallatiegids) om
de begininstellingen te configureren. U kunt de begininstellingen niet configureren met behulp van Externe UI vanaf
een computer.
De faxinstellingen kiezen (Faxinstallatiegids)(P. 97)
Faxberichten verzenden via een computer
U moet op iedere computer die wordt gebruikt om faxen te verzenden, de nodige voorbereidingen treffen.
Voorbereidingen treffen om faxen vanaf een computer te verzenden(P. 290)
De begininstellingen wijzigen
U kunt de met de faxinstallatiegids gekozen instellingen individueel veranderen.
Fax-ontvangstmodus veranderen en de actie instellen bij het ontvangen van een fax(P. 292)
Het faxnummer en de naam van het apparaat veranderen(P. 294)
●
De informatie van de verzender, inclusief verzenddatum en -tijd en het faxnummer van het apparaat,
worden samen met de faxgegevens op de bestemming afgedrukt. U kunt de afdrukpositie en het merkteken
dat aan het faxnummer is toegevoegd, veranderen of opteren dit niet af te drukken.
(P. 553)
●
Om verzonden en ontvangen faxen automatisch door te sturen of op te slaan, moet u afzonderlijke
instellingen kiezen.
Faxen doorsturen en de backupinstellingen kiezen(P. 295)
Faxen
289
9AX2-060
[TX terminal-ID]