Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Membraanbreuksensor Elektrisch Verbinden Met De Ar-Besturingseenheid - Grundfos DMX 221 Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

Om elektromagnetische compatibiliteit (EMC) te
waarborgen, moeten de ingangs- en
uitgangskabels worden afgeschermd.
De ingangs-, stroomuitgangs- en
netaansluitingskabels in aparte kabelgoten
leggen.
11.1.3.1 De membraanbreuksensor elektrisch
verbinden met de AR-besturingseenheid
Als de pomp is uitgerust met een AR-
besturingseenheid, beschikt de
membraanbreuksensor over een kabel van 1 m met
een M12 stekker.
Volg de installatie- en bedieningsinstruc-
ties voor de AR regeleenheid op.
Steek de stekker van de membraanbreuksensor in
aansluiting 1 van de AR-besturingseenheid.
Gerelateerde informatie
11.1.3 Elektrische aansluiting
11.1.3.2 De membraanbreuksensor elektrisch
verbinden met de elektronische eenheid
voor de optische sensor
Raadpleeg paragraaf Elektrische aansluiting.
Als de membraanbreuksensor wordt gebruikt met een
elektronische eenheid voor de optische sensor, heeft
de membraanbreuksensor een kabel van 3 m.
De membraanbreuksensor verbinden met de
elektronische eenheid:
1. Schroef de kunststof schroeven in de afdekking
van de elektronische eenheid los.
2. Verwijder de afdekplaat met de kunststof
schroeven van de elektronische eenheid.
3. Leid de sensorkabel door de kabelwartel aan de
rechterkant van de elektronische eenheid.
4. Sluit de kabelafscherming aan een kant aan op
PE.
5. Verbind de draden van de kabel met de
sensoraansluiting T2 zoals hieronder aangegeven
en draai de schroeven vast.
a. Sluit de groene draad aan op GN.
b. Sluit de gele draad aan op YE.
c. Sluit de witte draad aan op WH.
Zie het bedradingsschema hieronder.
6. Draai de kabelwartel aan.
De relaisuitgangen verbinden:
7. Sluit de contactuitgangen C1 en C2 aan op basis
van uw individuele behoeften.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
Voor de aansluiting van het contact
1 moet de netspanning worden uit-
geschakeld.
De aansluiting van de relaisuitgangen is
afhankelijk van de toepassing en aanwezige
actuatoren.
Monteer zo nodig een extra kabelwartel in de
onderkant van de elektronische eenheid.
8. Leid de kabels door de kabelwartels aan de
rechterkant van de onderkant van de
elektronische eenheid.
9. Verbind de draden met contactuitgang C1 en C2
en draai de schroeven vast.
Zie het bedradingsschema hieronder.
10. Draai de kabelwartel aan.
De voedingsspanning aansluiten:
11. Leid de kabel door de linkerkabelwartel in de
onderkant van de elektronische eenheid.
467

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave