2.1.2.5 Hevelwerking
De druk bij het persventiel (p2) moet altijd ten minste
1 bar hoger zijn dan de druk bij het zuigventiel (p1).
Als dat niet het geval is, bijvoorbeeld in een installatie
met open uitstroom of met positieve toeloop, kan
hevelwerking optreden. Voorkom hevelwerking door
een drukhoudventiel (7) in de persleiding te
installeren en een afsluiter (11) direct vóór het
zuigventiel.
p2
p1
11
2.1.2.6 Installatie met een drukhoudventiel
De druk bij het persventiel (p2) moet altijd ten minste
1 bar hoger zijn dan de druk bij het zuigventiel (p1).
Als het drukverschil (p2 min p1) geringer is dan 1 bar,
installeert u een drukhoudventiel (7) in de persleiding.
7
p2
p1
2.1.2.7 Installatie met pulsatiedemper aan de
zuigzijde
In een doseersysteem kunnen in een van de
volgende situaties drukpieken in de zuigleiding
optreden:
•
lange zuigleiding
•
zuigleiding met geringe diameter
•
doseermedium met hoge dichtheid of viscositeit
•
grote pomp.
Ter bescherming van de zuigleiding tegen
drukpieken, adviseren wij u een pulsatiedemper (4)
van het juiste formaat te installeren direct vóór het
zuigventiel van de pomp.
4
7
2.1.2.8 Installatie met pulsatiedemper aan de
perszijde
In een doseersysteem kunnen in een van de
volgende situaties drukpieken in de persleiding
optreden:
•
lange persleiding
•
persleiding met geringe diameter
•
doseermedium met hoge dichtheid of viscositeit
•
grote pomp.
Ter bescherming van de persleiding tegen
drukpieken, adviseren wij u een pulsatiedemper (8)
van het juiste formaat te installeren in de persleiding.
8
437