3. Laat de tegendruk af zodat lucht kan ontsnappen
en doseermedium naar buiten kan stromen.
•
Open het ontluchtingsventiel (17), indien
geïnstalleerd.
•
Open het veiligheidsventiel, indien
geïnstalleerd.
4. Schakel de voedingsspanning in.
5. Voor pompen met AR-besturingseenheid: Druk op
de start/stop-knop en houd deze ingedrukt voor
continu bedrijf tijdens het ontluchtingsproces.
6. Stel de instelknop voor de slaglengte in op 100%.
7. Laat de pomp draaien totdat het doseermedium
geen luchtbellen meer bevat.
De pomp is ontlucht.
8. Schakel het ontluchtingsventiel of
veiligheidsventiel opnieuw in.
•
Sluit het ontluchtingsventiel (17), indien
geïnstalleerd.
•
Schakel het veiligheidsventiel opnieuw in,
indien geïnstalleerd.
9. Draai de bouten van de doseerkop kruislings vast
met het juiste aandraaikoppel.
De pomp wordt nu ingeschakeld. Voer de vereiste
bedrijfsinstellingen uit.
Gerelateerde informatie
3.1 De pomp voorbereiden voor inbedrijfname
3.2 Veiligheidsinstructies en opstartvereisten
3.9 Het ingebouwde veiligheidsventiel openen en
opnieuw activeren
3.4 Dosering stoppen en starten
Controleer of de pomp correct is geïnstalleerd en in
bedrijf genomen.
1. Stoppen met dosering:
•
Druk bij pompen met AR-besturingseenheid op
de start/stop-knop.
•
Schakel de voedingsspanning uit.
2. Starten met dosering:
•
Schakel de voedingsspanning in.
•
Druk bij pompen met AR-besturingseenheid op
de start/stop-knop.
Gerelateerde informatie
3.1 De pomp voorbereiden voor inbedrijfname
3.3 De pomp in bedrijf nemen
3.5 De pomp ontluchten tijdens bedrijf
Controleer of de pomp correct is geïnstalleerd en in
bedrijf genomen.
WAARSCHUWING
Chemisch gevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Draag beschermende kleding bij werk-
zaamheden aan de doseerkop, aan-
sluitingen of leidingen.
‐
Voordat u de druk aan de perszijde af-
laat, controleert u of ontsnappend do-
seermedium geen letsel of schade kan
veroorzaken bij personen of appara-
tuur.
‐
Verzamel alle chemicaliën en voer de-
ze af op een wijze die niet schadelijk is
voor personen of het milieu.
1. Laat de tegendruk af zodat lucht kan ontsnappen
en doseermedium naar buiten kan stromen.
•
Open het ontluchtingsventiel (17), indien
geïnstalleerd.
•
Open het veiligheidsventiel, indien
geïnstalleerd.
2. Schakel de voedingsspanning in.
3. Voor pompen met AR-besturingseenheid: Druk op
de start/stop-knop en houd deze ingedrukt voor
continu bedrijf tijdens het ontluchtingsproces.
4. Stel de instelknop voor de slaglengte in op 100%.
5. Laat de pomp draaien totdat het doseermedium
geen luchtbellen meer bevat.
De pomp is ontlucht.
6. Schakel het ontluchtingsventiel of
veiligheidsventiel opnieuw in.
•
Sluit het ontluchtingsventiel (17) indien
geïnstalleerd.
•
Schakel het veiligheidsventiel opnieuw in,
indien geïnstalleerd.
7. Schakel terug naar de bedrijfsinstellingen van de
pomp.
Gerelateerde informatie
3.3 De pomp in bedrijf nemen
3.4 Dosering stoppen en starten
9.3.1 Aandraaikoppel
3.6 Instellen van het nulpunt
Controleer of de pomp correct is geïnstalleerd en in
bedrijf genomen.
441