BEDIENING
De versnelling staat in neutraal als u de motorfiets vrij naar voren
of naar achteren kunt bewegen zonder de koppeling te
ontkoppelen. Als de hoofdschakelaar op AAN staat, gaat de
neutraal-indicator branden als de versnelling in neutraal staat.
94
TIP
V V E E R R S S N N E E L L L L I I N N G G E E N N S S C C H H A A K K E E L L E E N N T T I I J J D D E E N N S S
S S T T I I L L S S T T A A N N D D
Gebruik, om de neutraalstand te bepalen wanneer de motorfiets
stilstaat een van de volgende technieken om de versnelling in- en
uit te schakelen:
1. Schakel, met ontkoppelde koppeling (hendel naar binnen
getrokken), over naar neutraal terwijl u de motorfiets naar
voren en naar achteren duwt.
2. Met de versnellingsbak in de eerste versnelling laat u de
koppeling voorzichtig los totdat deze net begint te koppelen.
Oefen opwaartse druk uit op de teenhendel en trek de
koppeling snel naar binnen.
Er is een Neutraal-indicatorlampje op de instrumentenpaneel.
LET OP