A A F F S S T T E E L L P P R R O O C C E E D D U U R R E E L L U U C C H H T T D D R R U U K K
S S C C H H O O K K B B R R E E K K E E R R
1. Parkeer de motorfiets met de zijstandaard uitgeklapt op een
stevige, horizontale ondergrond. Verwijder alle bestuurders en
lading.
2. Verwijder het linker zijpaneel. Verwijder de dop van de
luchtkoppeling
.
3. Bepaal de aanbevolen luchtdruk van de achterschokdemper.
Zie het etiket aan de binnenkant van het linkerzijpaneel.
4. Monteer de slangaansluiting van de aanbevolen manometer
stevig op de luchtaansluiting. Lees de luchtdruk af op de meter.
5. Druk, om de luchtdruk te verlagen op de ontluchtingsknop op
de meter. Verlaag de druk in kleine hoeveelheden tot de
gewenste druk is bereikt.
6. Pomp, om de druk te verhogen, met de hendel tot de druk de
gewenste waarde heeft.
Overschrijd 1034 kPa (150 psi) in de schokdemper NIET.
7. Verwijder de slang van de luchtkoppeling en herplaats de dop
weer.
Verwacht bij elke drukcontrole een verlies van 34 kPa (5 psi).
8. Herhaal de voorspanningsinspectie om de juiste voorspanning
te verifiëren. Zie pagina 132.
ONDERHOUD
VOORZICHTIG
TIP
135