D D E E T T E E C C T T I I E E F F O O U U T T I I E E V V E E O O N N T T S S T T E E K K I I N N G G
Als een ontstekingsfout wordt gedetecteerd, begint het
motorindicatielampje te knipperen en wordt de
brandstofvoorziening naar de betroffen cilinder(s) onderbroken.
Het motorindicatielampje blijft knipperen totdat het contact in de
uit-stand wordt gezet. Door de motor opnieuw te starten wordt de
knipperende indicator gewist en worden beide cilinders weer van
brandstof voorzien. Als er nog een ontstekingsfout optreedt,
begint het motorindicatielampje opnieuw te knipperen en wordt
de brandstofvoorziening naar de betroffen cilinder(s) opnieuw
onderbroken. Na de 3e ontstekingsfout wordt P0314
ontstekingsfout vastgesteld en ingesteld, blijft het
motorcontrolelampje branden en wordt de brandstoftoevoer naar
de betroffen cilinder(s) onderbroken. Als dit gebeurt, kan uw
INDIAN MOTORCYCLE-dealer u helpen.
INSTRUMENTEN, FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
K K O O P P L L A A M M P P E E N N
De koplampen gaan automatisch branden wanneer de motor wordt
gestart.
Motorrijders moeten te allen tijde zo goed mogelijk zichtbaar
blijven. Om hierbij te helpen, moet de koplamp te allen tijde
branden. Breng geen wijzigingen aan in de bedrading van de
ontsteking en de koplamp om de automatische koplampfunctie te
De koplampen werken alleen als de motor loopt. U kunt de
schakelaar voor grootlicht/dimlicht van de koplamp gebruiken om
deze functie te cancelen en de koplampen te laten branden
wanneer de motor niet loopt. Zet de hoofdschakelaar aan en
schakel vervolgens de schakelaar voor grootlicht/dimlicht in om
de koplampen in te schakelen.
WAARSCHUWING
omzeilen.
61