S S C C H H A A K K E E L L A A A A R R S S V V O O O O R R V V E E R R W W A A R R M M D D E E E E N N G G E E - -
K K O O E E L L D D E E Z Z A A D D E E L L S S ( ( I I N N D D I I E E N N A A A A N N W W E E Z Z I I G G ) )
Gebruik de schakelaars op de linkeronderkant van het zadel om
de verwarmings- en koelingsinstellingen aan te passen. De
q
voorste schakelaar
regelt de instellingen voor het
bestuurderszadel, en de achterste schakelaar
regelt de instelling van het passagierszadel.
INSTRUMENTEN, FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
Voor modellen uitgerust met Ride Command verschijnt een korte
pop-up op het aanraakscherm wanneer het temperatuurniveau
verandert. Door de eerste keer op de schakelaar van het zadel te
drukken, kan de temperatuurinstelling op het display van Ride
Command worden geregeld. Na een software-update van Ride
Command moet de schakelaar worden gebruikt om het zadel
w
(indien aanwezig)
opnieuw in te schakelen om bediening via Ride Command
mogelijk te maken.
39