Inhoudsopgave
Advertenties
76
Hoofdstuk 6 De bedieningsinstellingen opgeven
5
Schakel [Use] in voor [SMTP
Authentication].
6
Geef de gewenste instellingen op
voor [Counter Info. Mail].
BDe instellingen voor de SMTP-ser-
ver kunt u navragen bij uw netwerk-
beheerder.
■ [Send]
Kies [Send].
■ [Use SMTP Authentication]
Kies een van de twee opties.
■ [User name]
Als u de optie [Use] hebt gekozen voor [Use
SMTP Authentication], voert u hier de gebrui-
kersnaam voor SMTP-verificatie in.
■ [Password]
Als u de optie [Use] hebt gekozen voor [Use
SMTP Authentication], voert u hier het wacht-
woord voor SMTP-verificatie in.
■ [SMTP Server Name]
Voer de naam van de SMTP-server in.
■ [Sender Address]
Voer het e-mailadres van een persoon in, bij-
voorbeeld degene die verantwoordelijk is voor
het beheer van deze machine.
■ [Receiver Address 1],
[Receiver Address 2]
U kunt maximaal twee e-mailadressen opge-
ven.
■ [Port No.]
Voer het poortnummer van de SMTP-server in.
■ [Subject]
Voer een relevant onderwerp voor de e-mail in.
■ [Message (Add Comment)]
Typ e-mailtekst naar wens.
■ [Signature]
Voer naar wens een handtekening voor
opname in de e-mailtekst in.
■ [Send Transmission Result to
Administrator]
Als u [Send] kiest, wordt een bericht met het
resultaat van e-mailverzending (geslaagd of
mislukt) verzonden naar het bij [Administrator
Address] opgegeven adres.
■ [Administrator Address]
Als u de optie [Send] kiest voor [Send Trans-
mission Result to Administrator], voert u hier
het adres in waarnaar het resultaat van de e-
mailverzending moet worden verstuurd.
■ [Subject]
Typ een onderwerp naar wens voor de e-mail
ter mededeling van het resultaat van de e-mail-
verzending.
■ [Signature]
Voer naar wens een handtekening in voor
opname in de e-mailtekst waarin het resultaat
van de e-mailverzending wordt meegedeeld.
7
Klik op [OK] onder aan het
scherm.
De instellingen die u hebt gewijzigd, worden
toegepast.
[Wis verificatieinstelling]
U kunt alle instellingen voor de items die gerelateerd
zijn aan de verificatiefunctie (items 80 t/m 92) terug-
zetten op de fabrieksinstellingen.
BNadat u de instellingen hebt teruggezet,
kunt u niet terugkeren naar de oude
instellingen.
1
Voer in de [Aangepaste inst.-
mode] het itemnummer "95" in.
2
Druk op de toets [START].
3
Voer [1] in.
4
Druk op de toets [START].
De tellers worden gewist.
Als het wissen is voltooid, wordt het menus-
cherm weergegeven.
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
