Papieren originelen kopiëren
In dit gedeelte wordt de procedure voor het scan-
nen en kopiëren van papieren originelen beschre-
ven.
1
Controleer of de machine is inge-
schakeld.
Druk de [X]-zijde van de stroomschakelaar in.
BAls de display de melding [ECO
modus] toont wanneer u de
machine inschakelt, is de [ECO
modus]
(A
BAls het verificatiescherm
wordt weergegeven, voert u de veri-
ficatieprocedure uit.
2
Controleer het papier.
(A
24 "De papierinvoerlade en het papier
gebruiksklaar maken")
3
Controleer de papierontvangst-
lade.
(A
25 "De papierontvangstlade gebruiksklaar
maken")
4
Plaats het origineel.
(A
28 "Plaatsing van originelen")
5
Controleer of het basisscherm
voor het maken van masters wordt
weergegeven.
Als een ander scherm wordt weergegeven,
drukt u op de toets [MASTER MAKING]
(A
19).
64) geactiveerd.
(A
34)
6
Controleer de instelling van [Auto
verwerking].
(A
22 "Wat is [Auto verwerking]?")
7
Geef de instellingen voor het
maken van masters op.
(A
38 "Functies voor het maken van masters")
(A
52 "Nuttige functies")
8
Geef met de numerieke toetsen op
hoeveel kopieën moeten worden
afgedrukt.
9
Druk op de toets [START].
De procedure voor het maken van een master
wordt gestart en er wordt een testkopie
gemaakt.
• Als [Auto verwerking] aan is, gaat u naar
stap 12.
• Als [Auto verwerking] uit is, gaat u naar
stap 10.
BMogelijk wordt automatisch inktver-
deling uitgevoerd (om de bruikbaar-
heid en stabiliteit van de inkt te
waarborgen). U kunt de instelling van
[Tijd auto-inktverdeling]
gen onder [Aangepaste inst.-mode].
10
Geef de afdrukinstellingen op.
Controleer de afdrukpositie en afdrukzwarting
op de testkopie.
(A
46 "Functies voor afdrukken")
BDruk op de toets [PROOF] om de
uitvoer aan de hand van een andere
testkopie te controleren.
BAls de machine langere tijd niet
wordt gebruikt, droogt de inkt op de
afdruktrommel op, wat in kopieën
met vage of fletse kleuren resulteert.
Maak in dat geval meerdere testko-
pieën om de bruikbaarheid en stabi-
liteit van de inkt te controleren. U
kunt meerdere testkopieën na
elkaar maken door herhaaldelijk op
de toets [PROOF] te drukken.
11
Druk op de toets [START].
De afdrukprocedure wordt gestart.
BAls u de afdrukprocedure wilt stop-
pen, druk u op de toets [STOP].
Hoofdstuk 2 Basishandelingen
(A
60) wijzi-
29
2