Afb. 35 Beschrijving van de geavanceerde parameters, pagina 3
De vereiste temperatuur van de rookgassen bij minimaal vermogen - is de minimale temperatuur
van de rookgassen, die de ketel automatisch instelt, wanneer hij moet werken bij verminderd
vermogen. De aanbevolen minimale temperatuur van de rookgassen is 15 °C, zodat de ketel erin slaagt
om zijn vermogen te reguleren. De minimale temperatuur van de rookgassen mag niet ingesteld
worden op minder dan 150 °C, zodat er geen condensatie van de rookgassen in de schoorsteen
ontstaat.
De temperatuur van de rookgassen, onvoldoende brandstof - indien de temperatuur van de
rookgassen gedurende een periode van 15 minuten onder deze waarde zakt of de hoeveelheid zuurstof
in de rookgassen gedurende een periode van 15 minuten meer is dan 14 %, schakelt de ketel uit en
wordt er op het display geoordeeld, dat er in de ketel onvoldoende brandstof is. Door het instellen van
deze waarde op een hogere waarde kunt u de resthoeveelheid kooltjes beïnvloeden in de vulkamer van
de ketel voor eenvoudiger aansluitend opnieuw opstoken. Hoe hoger de waarde is, des te hoger de
hoeveelheid brandende kooltjes die bewaard blijven.
Zuurstof bij maximaal vermogen - is de zuurstofwaarde, op grond waarvan de ketel het
verbrandingsproces bij maximaal vermogen bestuurt.
Zuurstof bij minimaal vermogen - is de zuurstofwaarde, op grond waarvan de ketel het
verbrandingsproces bij minimaal vermogen bestuurt.
Omvang van de besturing van de keteltemperatuur - is de omvang van de keteltemperatuur, waarin
de regelaar het vermogen van de ketel regelt.
Maximale waarde van het openen van de primaire klep - is de maximale opening van de primaire
klep.
Maximale waarde van het openen van de secundaire klep - is de maximale opening van de
secundaire klep.
59