Inhoudsopgave
Advertenties
Vermogen (zonder de ventilator en de pompen)
Meetomvang van de keteltemperatuur
Meetomvang van de temperatuur van de rookgassen
Max. vermogen van de installaties die zijn aangesloten op de regeleenheid
6.3.11 HET INSTELLEN VAN DE LUCHTKLEP EN DE ROOKGASTEMPERATUURKLEP
Het instellen van de verbranding van de ketel PROFI
Het instellen van de verbranding wordt uitgevoerd door middel van de regelkleppen voor de primaire
en de secundaire lucht. De ketels zijn fabrieksmatig ingesteld op de meest optimale omstandigheden
voor de verbranding uit het oogpunt van de emissies en de temperatuur van de rookgassen. Een
wijziging van de instelling mag alleen uitgevoerd worden door een door de producent geschoolde
servicetechnicus.
De optimale instelling van de kleppen voor de primaire/secundaire lucht en de temperatuur van
de rookgassen voor de versie PROFI:
Type
Primair/secundair De
20SLX
100/55
25SLX
100/65
30SLX
100/60
35SLX
100/70
PARAMETERS.
47
Type
temperatuur
van de
rookgassen
165 °C
40SLX
170 °C
45SLX
175 °C
50SLX
180 °C
55SLX
Afb. 15 Het instellen van de kleppen van de primaire en
secundaire lucht
Het instellen van de primaire lucht op 100 %
Het instellen van de secundaire lucht op 55 %
Het instellen van de temperatuur van de rookgassen staat
beschreven in 6.3.7. BESCHRIJVING VAN DE
< 4 VA
-9 - 109 °C +1 °C
-30 - 500 °C +1 °C
2 A/230V
Primair/secundair De
100/65
100/75
100/80
100/85
temperatuur
van de
rookgassen
160 °C
165 °C
175 °C
185 °C
Advertenties
Inhoudsopgave
