Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Uitmonding Van Het Rookkanaal Uit De Ketel; Aansluiting Van De Ketel Op De Schoorsteen - ATTACK SLX Series Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

5.4.3 DE UITMONDING VAN HET ROOKKANAAL UIT DE KETEL

Het rookkanaal moet een uitmonding hebben in het schoorsteenkanaal. Indien het niet mogelijk is om
de ketel onmiddellijk op het schoorsteenkanaal aan te sluiten, moet het betreffende opbouwstuk van
het rookkanaal al naargelang de mogelijkheden ter plaatse zo kort mogelijk zijn en niet langer dan 1
m, zonder aanvullend verwarmingsoppervlak en in de richting van de schoorsteen moet hij omhoog
gaan. Het is verstandig om het rookkanaal te isoleren zodat er in de schoorsteen een voldoende
temperatuur van de rookgassen wordt bereikt en het daarmee niet tot het condenseren van de
schoorsteen komt. De rookkanalen moeten mechanisch stevig zijn (we bevelen aan om het rookkanaal
op de ketel te zetten en stevig vast te schroeven), afgedicht tegen het binnendringen van rookgassen en
van binnen reinigbaar. De rookkanalen mogen niet door andermans wooneenheden of
bedrijfseenheden lopen. De inwendige doorsnede van het rookkanaal mag niet nauwer worden in de
richting van de schoorsteen. Het gebruik van kniestukken is niet goed. Het rookkanaal moet op de
schoorsteen aangesloten worden in de vorm van een T, zodat het condensaat uit de schoorsteen in de
daarvoor bedoelde bak druipt en niet in de ketel.

5.4.4 AANSLUITING VAN DE KETEL OP DE SCHOORSTEEN

De aansluiting van een apparaat op het schoorsteenkanaal moet altijd met de toestemming van het
betreffende schoorsteenbedrijf worden uitgevoerd. Het schoorsteenkanaal moet altijd een voldoende
trek ontwikkelen en de rookgassen in alle praktisch mogelijke bedrijfsomstandigheden op betrouwbare
wijze afvoeren naar de vrije lucht. Voor het juiste functioneren van de ketel is het noodzakelijk dat het
zelfstandige schoorsteenkanaal correct gedimensioneerd is, omdat de verbranding, het vermogen en de
levensduur van de ketel van zijn trek afhankelijk zijn. De trek van de schoorsteen is direct afhankelijk
van zijn diameter, hoogte en ruwheid van zijn binnenwand. Op de schoorsteen, waarop de ketel is
aangesloten, mag geen ander apparaat worden aangesloten. De diameter van de schoorsteen mag niet
minder zijn dan de uitlaat op de ketel. De trek van de schoorsteen moet de voorgeschreven waarden
bereiken. Hij mag echter niet extreem hoog zijn om het rendement van de ketel niet te verminderen en
de verbranding niet te storen (het trekken van de vlam). In geval van een te grote trek dient u in het
schoorsteenkanaal tussen de ketel en de schoorsteen een smoorklep te installeren.
Afb. 3 Juiste en onjuiste parameters van de schoorsteen voor het aansluiten van de ketel SLX
Voorgeschreven waarden van de doorsnede en hoogte van schoorstenen:
20 x 20 cm
min. hoogte 7 m
20 cm
min. hoogte 8 m
15 x 15 cm
min. hoogte 11 m
16 cm
min. hoogte 12 m
De precieze afmeting van de schoorsteen wordt bepaald door STN 73 42 10. De voorgeschreven trek
van de schoorsteen staat vermeld in de technische parameters. De trek van de schoorsteen wordt
gemeten met daarvoor bestemde instrumenten, minimaal 40 cm achter de uitgangsnek van de
16

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Slx 20Slx 25Slx 30Slx 35Slx 40Slx 45 ... Toon alles

Inhoudsopgave