Inhoudsopgave
Advertenties
6.3.4 HET REGELEN VAN DE REGELEENHEID EN DE EXPLOITATIEREGIMES
Door het aanzetten van de hoofdschakelaar gaan op het display alle controlelampjes branden voor een
betrouwbare controle van hun functionaliteit. Indien de regelaar plotseling van het
elektriciteitsnetwerk wordt afgeschakeld (bijvoorbeeld bij een stroomuitval), dan keert de regelaar
terug naar het laatste regime waarin het gekomen is tot de onderbreking van de elektrische voeding.
De regelaar bewaart ook na de stroomuitval alle ingegeven instellingen.
De basisbesturing van de regeleenheid berust in het instellen van de keteltemperatuur met een
draaiknop. De overige functies worden bestuurd op basis van de serviceparameters die ingesteld
worden in het servicemenu.
Het aanzetten van de ketel berust in het drukken op de knop START (17), die de afzuigventilator
start. De knop STOP (16) dient voor het buiten bedrijf stellen van de ketel door het uitschakelen van
de afzuigventilator.
Het teken dat weergegeven wordt achter de cijfermatige weergave van de temperatuur (7), geeft
het actuele regime aan van de regeleenheid PID:
[50°-] - weergave van het stand-byregime
[50 °C] - weergave van het winterbedrijfsregime
[50 °c] - weergave van het winterbedrijfsregime wanneer de keteltemperatuur is bereikt
[50°U] - weergave van het zomerbedrijfsregime alleen bestemd voor de verwarming van warm water
[50°u] - weergave van het zomerbedrijfsregime wanneer de keteltemperatuur is bereikt
[70°d] - weergave van het regime van eliminatie van de legionellabacteriën wanneer de temperatuur
van het warme gebruikswater is verhoogd naar 75 °C
[50°P] - weergave, dat de regelaar geblokkeerd wordt door de brander voor de pellets van de COMBI
Pellet ketel of dat de verbinding tussen de klemmen 10 en 11 onjuist is aangesloten.
Een voordeel van de regeleenheid PID is het regelen van de temperatuur van de verbrandingsgassen
op de ingegeven, vereiste waarde. De regelaar probeert met voorrang de ingestelde temperatuur van de
verbrandingsgassen te bereiken en nadat hij deze bereikt heeft, schakelt hij over op het regime van het
bereiken van de gewenste keteltemperatuur. Zo komt het tot het meest effectieve gebruik van de
brandstof en een hoog rendement.
6.3.5 HET INSTELLEN VAN DE GEBRUIKSPARAMETERS
Door kort te drukken op de knop OK geeft de regelaar toegang tot het menu van het weergeven en
instellen van de gebruikersparameters. Om te bladeren tussen de verschillende instellingen en
parameters gebruikt u de knoppen „+" en „-". Nadat de betreffende parameter is gekozen, is het
mogelijk ernaar toe te gaan door op de knop OK te drukken. De succesvolle toegang tot deze
parameter wordt aangegeven door het knipperen van deze parameter. Met behulp van de knoppen „+"
en „-" is het mogelijk om de instelling van de betreffende parameter te wijzigen. Voor het bevestigen
van de instelling van de parameter drukt u op de knop OK. Sommige parameters zijn alleen
informatief en kunnen niet worden gewijzigd. Om het menu te verlaten, dient u de weergave [End] te
vinden en door op de knop OK te drukken, bevestigt u het. De regelaar keert ook terug naar de
basisweergave nadat er meer dan 1 minuut is verstreken zonder ingrepen in het gebruikersmenu.
38
Advertenties
Inhoudsopgave
