Inhoudsopgave
Advertenties
5.4.8 AANSLUITING OP BUFFERVATEN
Het aansluitsysteem berust in de verwarming van de buffervaten, waar de geaccumuleerde hitte
geleidelijk aan uit de buffervaten wordt afgenomen al naargelang de vraag uit de verwarmde ruimte.
Bij het gebruik van de ketel op vol vermogen warmen de buffers op tot 80 - 90 °C. Het stoken met de
buffervaten in verbinding met de ketel ATTACK SLX levert enkele voordelen op. Tot de belangrijkste
voordelen behoren het hogere rendement, het lagere brandstofverbruik, een verlengde levensduur van
de ketel, een schoner bedrijf, een minimale vorming van zuren en condensaat, een hoger comfort, een
lager risico op oververhitting van de ketel en brandstofbesparing.
De aanbevolen inhoud van het buffervat voor de ketel ATTACK SLX 25 is 2000 l (zie voor andere
vermogens de technische parameters). De ketel slaagt erin om bij een lading van hardhout in de
vulkamer (hetgeen overeenkomt met ca. 7 uur bedrijf op vol vermogen van 25 kW) 180 kWh energie
te produceren, hetgeen overeenkomt met het opladen van 2000 l uit de opslagtank van 20 °C naar 90
°C, indien het daarbij niet komt tot enige energieafname (daarom dient u bij het kiezen van de grootte
van het buffervat in gedachten te hebben, dat het afhankelijk van de grootte van het buffervat nodig is
om de ketel ook te laten lopen. Dat betekent, dat als we een reservoir hebben van 2000 l, we een volle
kamer hout laden. Indien we een reservoir hebben van 1000 l, vullen we de kamer voor de helft - op
voorwaarde dat het niet komt tot een energieafname uit het buffervat). Indien het buffervat al geladen
is (de ondertemperatuur van het buffervat bereikt 70 °C) en de ketel heeft zijn ingestelde
keteltemperatuur bereikt, dan laden we geen hout meer bij in de ketel. Indien er in deze toestand in de
ketel hout bijgestopt zou worden, dan wordt het hout niet verbrand (omdat de ketel al zijn ingestelde
temperatuur heeft bereikt en de ventilator uitgeschakeld is). Het zou dan komen tot het uitdrogen ervan
en de vorming van condensaat in de vulkamer, hetgeen de levensduur van de ketel vermindert. In de
ketel moet er altijd worden bijgeladen voordat het buffervat bijna leeg is.
Voorbeeld 1:
De buitentemperatuur van de omgeving is -5 °C en het warmteverlies van het object bij deze
temperatuur is 10 kW. De ketel heeft bij bedrijf op vol vermogen 25 kW. We hebben een buffervat met
een inhoud van 2000 l, waarbij dit leeg is (de boventemperatuur en de ondertemperatuur is 20 °C).
Aangezien het stooksysteem (om het warmteverlies te dekken) uit het buffervat 10 kW vermogen haalt
en de ketel een vermogen heeft van 25 kW, wordt het buffervat verwarmd voor het verschil ertussen,
dus een vermogen van 15 kW. Het vermogen van 15 kW vormt bij laden van de kamer met hardhout
en een bedrijfsduur van ca. 7 uur 105 kWh energie. 105 kWh energie verwarmt het buffervat van 20
°C naar 65 °C. Dat betekent dat dit veilig, economisch bedrijf is zonder dat de ketel zinloos wordt
uitgeschakeld of de overbodige warmte als afval wordt weggevoerd (de ketel is afgekoeld door het
koelcircuit). De ketel is in staat om zo een warmteverlies te dekken van maximaal 15 h op één enkele
keer laden met hout.
Voorbeeld 2:
De buitentemperatuur van de omgeving is +3 °C, en het warmteverlies van het object bij deze
temperatuur is 5 kW. De ketel heeft bij bedrijf op vol vermogen 25 kW. We hebben een buffervat met
een inhoud van 2000 l, waarbij dit leeg is (de boventemperatuur en de ondertemperatuur is 20 °C).
Aangezien het stooksysteem (om het warmteverlies te dekken) uit het buffervat 5 kW vermogen haalt
en de ketel een vermogen heeft van 25 kW, wordt het buffervat verwarmd voor het verschil ertussen,
dus een vermogen van 20 kW. Het vermogen van 20 kW vormt bij laden van de kamer met hardhout
en een bedrijfsduur van ca. 7 uur 140 kWh energie. 140 kWh energie verwarmt het buffervat van 20
°C naar 80 °C. Dat betekent dat dit veilig, economisch bedrijf is zonder dat de ketel zinloos wordt
uitgeschakeld of de overbodige warmte als afval wordt weggevoerd. Indien het warmteverlies van het
object voortdurend constant zou zijn en wel 5kW, dan zou het opgeladen buffervat erin slagen om een
warmteverlies te dekken van nog eens ca. 28 h, hetgeen in totaal nadat u begint te stoken maximaal 35
uur betekent zonder de noodzaak om hout bij te laden.
Daarom is het erg belangrijk om steeds in gedachten te hebben, dat er in de ketel altijd alleen zoveel
hout moet worden geladen, dat het het buffervat oplaadt, maar het niet zinloos oververhit, want het
kan komen tot een zinloze uitschakeling van de ketel of het verwijderen van de overbodige hitte als
afval, hetgeen oneconomisch is en de activering vereist van het veiligheidselement - de koellus.
19
Advertenties
Inhoudsopgave
