Gegevens invoeren in snelkiesschermen
Als u bijvoorbeeld op '2' drukt op het toetsenblok, wordt de letter 'A' weergegeven. Als
u nogmaals op 2 drukt, wordt de A vervangen door een 'B'. Druk nogmaals om de B
te vervangen door een 'C' en nogmaals om de C te vervangen door een '2'. Als u nu
weer op de toets drukt, wordt de letter 'A' opnieuw weergegeven, enzovoorts. Als u op
een andere toets drukt, wordt de cursor één positie naar rechts verplaatst en wordt
het eerste alfabetische teken van die toets weergegeven. Alle letters na de eerste
letter worden standaard als kleine letter weergegeven. Herhaal deze stappen om de
rest van de naam in te voeren. Met de softkeys Pijl-links (
(
) kunt u de cursor naar links en naar rechts verplaatsen.
Wanneer u een telefoonnummer invoert in het veld Nummer, wordt na het
indrukken van een toets automatisch het cijfer op de toets weergegeven (of een
typografisch teken zoals * of #). De cursor wordt vervolgens automatisch naar
rechts verplaatst.
OPMERKING:
U kunt ook tekst invoeren tijdens een oproep. De tekstinvoermodus wordt
echter automatisch afgesloten zodra u de verbinding verbreekt (via de
headset/handset of een vaste toets zoals Transfer) of zodra er een ander
scherm wordt weergegeven (bijvoorbeeld omdat u op Sla op of Herstel
drukt, of op de toets
Gegevens wijzigen tijdens of na het invoeren
Bewerkingsopdrachten worden weergegeven onder het veld Naam of Nummer,
naast bepaalde lijn-/functietoetsen. Hier volgt een beschrijving van de
beschikbare opdrachten:
Backspace (lijn-/functietoets 3) – hiermee verwijdert u het teken links
van de cursor.
Wissen (lijn-/functietoets 6) - hiermee verwijdert u alle tekens uit het
veld waarin de cursor zich bevindt.
Hoofdletters (softkey 2) – hiermee geeft u het teken rechts van de cursor
weer als kleine letter in plaats van hoofdletter, of omgekeerd. Bij het invoeren
van een naam wordt het eerst ingevoerde teken automatisch als hoofdletter
weergegeven. De volgende tekens worden als kleine letters weergegeven.
Symbool (softkey 3) - hiermee geeft u het scherm voor het invoeren van
speciale tekens weer, waarin u een van de volgende opties kunt kiezen:
3-2
Versie 2.0 december 2003
. Punt (lijn-/functietoets 1) - een punt invoegen op de cursorpositie.
, Komma (lijn-/functietoets 2) - een komma invoegen op de
cursorpositie. In een telefoonnummerveld geeft een komma
een korte pauze aan die wordt ingevoegd wanneer dat nummer
automatisch wordt gekozen.
- Koppelteken (lijn-/functietoets 3) - een koppelteken invoegen
op de cursorpositie.
).
Snelkiezen
) en Pijl-rechts