5.1.1 Instelling via een tijdelijk aangesloten
PMU 2000
De fabrieksinstellingen in het RAM-geheugen van de PFU 2000
kunnen worden gewijzigd met een PMU 2000 die tijdelijk op het
systeem wordt aangesloten.
Zie voor meer informatie paragraaf
3.1.2 PFU 2000 RAM-instellingen.
5.2 Hydro 2000 met een PMU 2000
Om een drukverhogingsinstallatie Hydro 2000 met een PMU
2000 op te starten, dient de onderstaande procedure gevolgd te
worden:
1. Neem de aansluitplug uit de BUS-aansluiting van de PMU
2000 (zie afb. 27) en volg punten 1 t/m 8 van de procedure in
paragraaf 5.1 Hydro 2000 zonder PMU 2000.
Afb. 27
L NPE
1 2 3 4 5 6
1
2
1. Voedingsspanning
2. Uitgang bedrijfssignaal
3. Uitgang storingssignaal
4. BUS (aansluitplug)
2. Steek de aansluitplug (BUS) in de PMU 2000.
3. Wijs alle pompen toe aan dezelfde zone (display 101).
4. Ga van "standaardinst." (display 102) naar display 111.
Kies de volgende standaardinstellingen om de Hydro 2000
snel in te stellen met een PMU 2000:
•
Kies "druk" voor drukverhogingsinstallaties zonder voor-
drukmeting (PFU 7).
•
Kies "druk met voordrukmeting" voor drukverhogingsinstal-
laties met voordrukmeting (PFU 8).
Andere instellingen kunnen op een later tijdstip worden uitge-
voerd.
De standaardinstellingen zijn gebaseerd op een meetopnemer
van 4-20 mA (0-10 bar). Indien signaalopnemers met een an-
der bereik worden gebruikt, moet de instelling dienovereen-
komstig worden aangepast.
5. In de standaardinstellingen wordt "setpoint max." ingesteld op
5 bar; deze waarde kan op het gewenste niveau worden inge-
steld via display 200.
6. De pompen kunnen worden vrijgegeven voor bedrijf via dis-
play 300.
7. Indien de Hydro 2000 zonder PMU 2000 moet worden ge-
bruikt, kan het systeem op basis van de EPROM-instellingen
van de PFU 2000 werken (DIP-schakelaar 1, contact 5 AAN)
of op basis van de gegevens die in het RAM-geheugen van de
PFU 2000 zijn opgeslagen (DIP-schakelaar 1, contact 5 UIT).
20
PMU 2000
7 8 9
3
4
5.3 Draairichting
De bedrading van de Control 2000 is erop ingesteld dat de draai-
richting van alle motoren gelijk is.
Alle motoren dienen in de juiste richting te draaien. Controleer de
draairichting door de pompen één voor één handmatig in en uit te
schakelen.
•
In het geval van een verkeerde draairichting van alle motoren,
verwissel dan twee fasedraden in de hoofdvoeding.
•
In het geval van een verkeerde draairichting van één motor,
verwissel dan twee fasedraden in de klemmenkast van de
desbetreffende motor.
De Hydro 2000 is nu gereed voor inbedrijfsname.
Zie voor meer informatie paragraaf
3.1.5 Handmatig aan/uit en instellen op max. of lokaal.
5.4 De installatie uitschakelen
Schakel de hoofdschakelaar uit om de drukverhogingsinstallatie
Hydro 2000 uit bedrijf te nemen.
De draden vóór de hoofdschakelaar staan nog onder
spanning. Vergrendel de hoofdschakelaar om te
voorkomen dat deze onbedoeld wordt ingeschakeld.
Afzonderlijke pompen worden uitgeschakeld door de betreffende
motorstarter, automatische stroomonderbreker of zekering uit te
schakelen.
6. Bediening
6.1 Bediening van de PMU 2000
Afb. 28
Bedieningspaneel van de PMU 2000
Alle menu's en instellingen kunnen ook tijdens bedrijf worden
doorlopen zonder het systeem te beïnvloeden. Maak gebruik van
deze mogelijkheid om bekend te raken met de menu's van de
PMU 2000. Druk echter niet op "Enter" indien u ongewenste wijzi-
gingen niet wilt doorvoeren.
Alle instellingen zijn gebufferd, ook als de voedingsspanning
wordt uitgeschakeld.