Inhoudsopgave
Advertenties
3.1.13 GRUNDFOS BUS
Het BUS-protocol van GRUNDFOS moet worden aangehouden in
de systeemconfiguratie, vooral indien meerdere regelaars via een
GRUNDFOS-BUS zijn aangesloten.
Afb. 12
Voorbeeld van units die via de GRUNDFOS BUS zijn aangesloten
PMU 2000
PFU 2000
PFU 2000
no. 1
no. 2
1
2
3
4
5
6
7
ZONE A
ZONE B
Aantal pompen dat in een zone en op een BUS kan worden aan-
gesloten: 1 tot 8.
Pompnummers in een zone of op een BUS: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8.
Aantal zones: 1 tot 8.
Zonenamen: A, B, C, D, E, F, G, H.
Het is mogelijk de zones specifieke namen te geven.
Aantal PFU 2000-units in een zone: 1 of 2.
Aantal PFU 2000-units per BUS: 1 tot 8.
Indien in een zone meer dan één PFU 2000 worden gebruikt,
moet daar rekening mee worden gehouden bij het instellen van
de DIP-schakelaars van de PFU 2000.
Indien meerdere drukverhogingsinstallaties via een GRUNDFOS
BUS worden aangesloten (bijvoorbeeld drie), moeten de pompen
op het GRUNDFOS BUS-niveau worden genummerd (1 tot 8).
Zone A
4 pompen
Zone
pomp-
1
2
nummer
BUS
pomp-
1
2
nummer
Zie voor meer informatie paragraaf
6.2.1 PFU 2000 Instellingen voor DIP-schakelaars en
"Overzicht van regelparameters".
3.2 Regelparameters
De displaynummers die hieronder worden genoemd, verwijzen
naar de display-overzichten in hoofdstuk 13. Display-overzichten.
De invloed van de regelparameters wordt hieronder beschreven.
De standaardinstellingen en de huidige instellingen zijn aangege-
ven in het "Overzicht van regelparameters".
12
PCU 2000
GRUNDFOS BUS
PFU 2000
no. 3
8
ZONE C
Zone B
Zone C
3 pompen
1 pomp
3
4
1
2
3
3
4
5
6
7
3.2.1 Toewijzing van pompen aan zones
De pompen in een systeem zijn in zones ondergebracht. Het aan-
tal pompen in een zone wordt ingesteld door middel van DIP-
schakelaars in de PFU 2000; de instellingen worden toegepast
door de PMU 2000.
Indien meerdere units via een GRUNDFOS BUS zijn aangeslo-
ten, moet het GRUNDFOS BUS-protocol worden aangehouden.
Zie voor meer informatie paragrafen
3.1.13 GRUNDFOS BUS en
6.2.1 PFU 2000 Instellingen voor DIP-schakelaars.
3.2.2 Zonetype/regelparameter
Bedrijf met PFU 2000 RAM-/PMU 2000-instellingen:
Met zonetype en regelparameters worden bepaalde kenmer-
kende functies geactiveerd. Alleen de relevante displays verschij-
nen op het display van de PMU 2000.
Het zonetype kan vooraf worden ingesteld, maar het wordt ook
door de PMU 2000 gedetecteerd, afhankelijk van de apparatuur
die op de GRUNDFOS BUS is aangesloten. De standaardinstel-
ling wordt bij afwijkingen automatisch gewijzigd.
Voorbeeld:
Indien het zonetype vooraf werd ingesteld voor UPE (display 111)
en een PFU 2000 op de zone is aangesloten, wordt de instelling
van de zone automatisch in PFU gewijzigd.
Bij de PMU 2000 wordt de standaardinstelling ingevoerd in het
submenu "standaardinst." (display 111) van het basismenu. Stan-
daardinstellingen worden per zone ingevoerd. In het submenu
voor standaardinstellingen verschijnen alleen zones waar pom-
pen aan zijn toegewezen.
De regelgrootheid kan alleen worden geselecteerd in het sub-
menu voor standaardinstellingen (display 111).
Mogelijke regelgrootheden voor zonetype PFU:
1. Drukverschil
2. Temperatuurverschil
3. Aanvoer- en retourtemperatuur
4. Flow
1
5. Niveau
6. Open lus (open regelkring)
7. Druk
8
8. Druk met voordrukmeting
De regelgrootheid wordt in twee stappen ingesteld:
•
Selecteer het nummer van de regelgrootheid.
•
Selecteer de meeteenheid (indien de gewenste eenheid af-
wijkt van de voorinstelling).
Zie voor meer informatie paragraaf
3.2.7 Meeteenheid voor de regelgrootheden.
Indien er wijzigingen zijn doorgevoerd of een voorinstelling is ge-
activeerd, worden alle pompen uitgeschakeld, zodat instellingen
kunnen worden gewijzigd, zonder dat de pompen draaien met on-
gewenste instellingen.
Voor verschillende toepassingen zijn kenmerkende voorinstellin-
gen ingevoerd, onder het nummer van de regelgrootheid bij de
voorinstellingen. Wanneer een regelgrootheid volgens de voorin-
stelling wordt geactiveerd, worden sommige waarden voor de re-
gelgrootheid dienovereenkomstig gewijzigd. Alle andere waarden
worden op de standaardwaarden ingesteld.
NB: De huidige instellingen voor een zone worden vervangen in-
dien een voorinstelling voor een grootheid wordt geactiveerd.
Bij drukverhogingssystemen is de regelgrootheid "druk", met alle
kenmerkende functies.
Advertenties
Inhoudsopgave
