Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Systeemtijd; Minimale Schakeltijd; Gemiddelde Schakeltijd; Regelfunctie - Grundfos Hydro 2000 MS Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

3.2.8 Systeemtijd

De systeemtijd is een instelbare grootheid waarmee wordt be-
paald hoe de regelaar op het hydraulische systeem reageert (dis-
play 204). De systeemtijd wordt gedefinieerd als de tijd die
verstrijkt vanaf een wijziging in pomptoerental totdat de gemeten
waarde ongeveer 70% bereikt van de uiteindelijke waarde veran-
dering.
Bedrijf met PFU 2000 RAM-/PMU 2000-instellingen:
De aanbevolen instelling is 2 sec. met de regelgrootheid "druk".
Met een lagere instelling bestaat kans op pendelen.
Met een hogere instelling duurt het langer voordat de gewenste
waarde wordt bereikt.
De standaardinstelling is 0,4 tot 800 sec.
Bedrijf met PFU 2000 EPROM-instellingen:
De standaardinstelling is 2 sec.
Afb. 17
Systeemtijd
H
1.
2.
3.
1. Uiteindelijke waarde na een toename van het toerental.
2. Werkelijke waarde.
3. Systeemtijd.

3.2.9 Minimale schakeltijd

De minimale schakeltijd is de tijd tussen het schakelen (aan-/uit-
schakelen) van pompen.
Bedrijf met PFU 2000 RAM-/PMU 2000-instellingen:
Om pendelen te voorkomen en om schommelingen in druk en vo-
lumestroom te beperken, kan een minimum tijd tussen het in- en
uitschakelen van afzonderlijke pompen worden ingesteld (display
205).
Hoe hoger de ingestelde waarde (in sec.), des te groter het ver-
schil dat tussen de gewenste waarde en de werkelijke waarde
kan ontstaan.
Om te voorkomen dat de "gem. waarde" de "max. grensw." over-
schrijdt, wordt de minimum schakeltijd tijdelijk ingesteld op 1 sec.
indien de werkelijke waarde het gemiddelde tussen "setpoint
max." en "max. grensw." overschrijdt.
Het instelbereik loopt van 2 tot 300 sec.
Zie voor meer informatie paragraaf
3.1.4 Cascaderegeling.
Bedrijf met PFU 2000 EPROM-instellingen:
De standaardinstelling bedraagt 5 sec.

3.2.10 Gemiddelde schakeltijd

De gemiddelde schakeltijd is de tijd die het maximale aantal
schakelmomenten (in-/uitschakelen van pompen) per uur aan-
geeft onder normale omstandigheden.
Bedrijf met PFU 2000 RAM-/PMU 2000-instellingen:
Deze instelling is alleen beschikbaar op na invoering van een ser-
vicecode.
Bij frequent in- en uitschakelen verlengt deze functie de bedrijfs-
tijd van de pomp, zodat het toegelaten aantal schakelmomenten
niet wordt overschreden.
De in te stellen gemiddelde schakeltijd (in sec.) wordt berekend
als 3600 s/toegelaten aantal schakelmomenten per uur.
Onnodig hoge instellingen kunnen tot verschillen leiden tussen de
gewenste waarde en de werkelijke waarde. Dit kan worden voor-
komen door de pompen vaker te laten wisselen.
Om te voorkomen dat de "gem. waarde" de "max. grensw." over-
schrijdt, wordt de gemiddelde schakeltijd tijdelijk ingesteld op 1
sec. indien de werkelijke waarde de gemiddelde waarde tussen
"setpoint max." en "max. grensw." overschrijdt.
Indien de gemiddelde schakeltijd geldt voor een in bedrijf zijnde
pomp die werkt op een constant toerental, rechtstreeks op de net-
spanning aangesloten, kan de werkelijke waarde hoger zijn dan
het ingestelde gewenste waarde.
Het instelbereik loopt van 2 tot 300 sec.
Zie voor meer informatie paragraaf
3.1.4 Cascaderegeling.
Bedrijf met PFU 2000 EPROM-instellingen:
De standaardinstelling is 5 sec.

3.2.11 Regelfunctie

Time
Tijd
Bedrijf met PFU 2000 RAM-/PMU 2000-instellingen:
De "regelactie" (display 214) bepaalt hoe het systeem moet rea-
geren op een verschil tussen de werkelijke waarde en de inge-
stelde gewenste waarde.
De volgende regelfuncties zijn beschikbaar:
"normal"
Indien de werkelijke waarde lager ligt dan de gewenste
waarde, wordt de pompcapaciteit opgevoerd (de regelaar ver-
sterkt het uitgangssignaal).
"invers"
Indien de werkelijke waarde lager ligt dan de gewenste
waarde, wordt de pompcapaciteit verlaagd (de regelaar ver-
zwakt het uitgangssignaal).
Afhankelijk van de geselecteerde regelgrootheid is de vereiste re-
gelfunctie als volgt:
"Normal" is vereist voor de regelgrootheden "druk", "drukver-
schil", "flow" en "niveau" (vullen).
"Invers" is vereist voor de regelgrootheden "temperatuurverschil"
en "niveau" (legen).
3.2.12 Configuratie analoge ingang 1 van de
PFU 2000
Analoge ingang 1 van de PFU 2000 wordt gebruikt voor waarden
die in het systeem worden gemeten. De PFU 2000 ontvangt een
signaal van de geïnstalleerde meetopnemer. Hoe dit signaal
wordt verwerkt, is afhankelijk van de instelling van de regelgroot-
heid, het meetbereik van de meetopnemer en de meeteenheid
van de gemeten waarde.
In het bedradingsschema en de PFU 2000 EPROM-standaardin-
stellingen wordt een 4-20 mA signaal voor drukmeting gebruikt.
De benodigde hardware-configuratie wordt beschreven in para-
graaf 6.2.1 PFU 2000 Instellingen voor DIP-schakelaars.
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Hydro 2000 msh

Inhoudsopgave