3.2.21 Minimum voordruk
Bedrijf met PFU 2000 RAM-/PMU 2000-instellingen:
Indien de voordrukmeting op "aan" is ingesteld (display 216), be-
paalt de instelling van de minimum voordruk (display 231) de
waarde voor de storingssignalering voor laag water (of te lage
voordruk).
De standaardinstelling is 0.
Bedrijf met PFU 2000 EPROM-instellingen:
De standaardinstelling is 5% van het meetbereik van de meetop-
nemer.
3.3 Pompparameters
Bedrijf met PFU 2000 RAM-/PMU 2000-instellingen:
Deze instellingen zijn alleen beschikbaar na invoering van een
servicecode.
De regelfuncties houden rekening met de instellingen voor "max.
opvoerh" en "starttijd" voor elke pomp.
De bedrijfsuren worden geteld.
De mogelijke instellingen zijn vermeld in het "Overzicht van regel-
parameters".
3.3.1 Maximale opvoerhoogte
Bedrijf met PFU 2000 RAM-/PMU 2000-instellingen:
Deze instelling is alleen beschikbaar na invoering van een servi-
cecode.
De maximale opvoerhoogte H
maximum toerental en bij volumestroom = 0. Deze instelling beïn-
vloedt de berekening van de toerentalinstellingen tijdens schakel-
momenten en pompwisselingen (display 232).
Opvoerhoogte van de pomp = werkdruk – voordruk.
Indien de voordruk niet wordt gemeten, wordt deze voor de bere-
kening gelijkgesteld aan 0.
De waarde moet worden ingesteld volgens de H
plaatje van de pomp is aangegeven.
Het instelbereik loopt van 0 tot de maximum waarde van het
meetbereik van de betreffende analoge ingang.
De standaardinstelling is de maximum waarde van het meetbe-
reik van de betreffende analoge ingang.
Bedrijf met PFU 2000 EPROM-instellingen:
De standaardinstelling is de hoogste van de volgende waarden:
•
gew. waarde max. + 10% van de gewenste waarde of
•
gew. waarde max. + 5% van het meetbereik van de meetopne-
mer.
3.3.2 Bedrijfsuren
Bedrijf met PFU 2000 RAM-/PMU 2000-instellingen:
Voor elke pomp wordt het aantal uren bijgehouden dat de pomp
in bedrijf is.
Wanneer een pomp wordt vervangen, kan het aantal bedrijfsuren
voor de pomp worden gewijzigd - b.v. op nul worden gezet -
(display 233).
18
(H-nul) is de opvoerhoogte bij het
0
die op het type-
0
3.3.3 Aanlooptijd
Bedrijf met PFU 2000 RAM-/PMU 2000-instellingen:
Deze instelling is alleen beschikbaar na invoering van een servi-
cecode.
De "starttijd" is de tijd die de pomp nodig heeft om het maximum-
toerental te bereiken nadat deze is gestart. De waarde wordt in-
gesteld in het instelmenu.
Deze waarde wordt gebruikt om het moment voor de instelling
van het toerental te bepalen waarbij de pomp wordt gestopt of ge-
wisseld.
Het instelbereik loopt van 0 tot 100 sec. in stappen van 0,1 sec.
De standaardinstelling is 1,0 sec.
Bedrijf met PFU 2000 EPROM-instellingen:
De standaardinstelling is 1,0 sec.
Afb. 24
Aanlooptijd
Speed
Toerental
1.
2.
1. Maximumtoerental.
2. Aanlooptijd.
Time
Tijd