Het volume en de toonbalans bewerken (MIXING CONSOLE)
• Het kanaal RHY1 in het vak
STYLE PART kan niet worden
toegewezen aan
orgeluitstemmen.
• Het RHY2-kanaal in de display
STYLE PART kan alleen
worden toegewezen aan de
voices Drum Kit en SFX Kit.
• Als GM-songdata worden
afgespeeld, kan kanaal 10 (in
de display SONG CH 9–16)
alleen worden gebruikt voor
een Drum Kit-voice.
82
CVP-305/303/301 Gebruikershandleiding
Aanpasbare items (parameters) in de displays van MIXING
CONSOLE
In het volgende gedeelte worden de items (parameters) beschreven die beschikbaar
zijn in de displays van MIXING CONSOLE.
VOL/VOICE
SONG AUTO REVOICE
VOICE
PANPOT
VOLUME
FILTER
HARMONIC CONTENT
BRIGHTNESS
TUNE
PORTAMENTO TIME
PITCH BEND RANGE
OCTAVE
TUNING
TRANSPOSE
(transponeren)
EFFECT
TYPE
REVERB
CHORUS
DSP
Zie pagina 83.
Hiermee kunt u de voices voor de verschillende gedeelten
opnieuw selecteren. Wanneer de stijlkanalen worden
opgeroepen, kunnen de voices Organ Flutes en User niet
worden geselecteerd. Wanneer de songkanalen worden
opgeroepen, kunnen geen User-voices worden geselecteerd.
Hiermee wordt de stereopositie bepaald van het geselecteerde
gedeelte (kanaal).
Hiermee wordt het niveau bepaald van elk gedeelte of kanaal,
zodat u de balans tussen alle gedeelten nauwkeurig kunt
regelen.
Hiermee kunt u het resonantie-effect (pagina 91) voor elk
gedeelte aanpassen.
Bepaalt de helderheid van het geluid voor elk gedeelte door de
afsnijfrequentie aan te passen (pagina 91).
Portamento is een functie die een geleidelijke overgang in
toonhoogte creëert van de noot die het eerst wordt gespeeld op
het toetsenbord naar de volgende. De Portamento-tijd bepaalt de
overgangstijd van de toonhoogte. Hogere waarden resulteren in
een langere toonhoogtewijzigingstijd. De instelling '0' resulteert
in geen effect. Deze parameter is beschikbaar wanneer het
geselecteerde toetsenbordgedeelte is ingesteld op Mono
(pagina 78).
Hiermee wordt het bereik bepaald van de PITCH BEND in halve
tonen voor elk toetsenbordgedeelte (wanneer een pedaal is
toegewezen aan deze functie).
Hiermee wordt het bereik bepaald van de toonhoogtewijziging
in octaven voor elk toetsenbordgedeelte.
Hiermee wordt de toonhoogte bepaald van elk
toetsenbordgedeelte.
Hiermee kunt u de transponering respectievelijk instellen voor
de toonhoogte van het toetsenbord (KEYBOARD), voor het
afspelen van songs (SONG) of voor het totaalgeluid van het
instrument (MASTER).
Selecteer het gewenste effecttype (pagina 85). Nadat u
verschillende parameters voor het geselecteerde effecttype
heeft bewerkt, kunt u het opslaan als een origineel effect.
Hiermee past u de hoeveelheid reverb (nagalm) aan voor elk
gedeelte of kanaal. Rechts naast de titelaanduiding van
'REVERB' wordt de naam van het momenteel geselecteerde
reverb-type weergegeven.
Hiermee past u de hoeveelheid Chorus aan voor elk gedeelte
of kanaal.
Hiermee past u de hoeveelheid DSP-geluid aan voor elk
gedeelte of kanaal.