Stel naar wens de gedetailleerde parameters in voor de notatieweergave.
1
Druk op de knop [8 π
2
Druk op de knoppen [1 π
LEFT CH/RIGHT CH
KEY SIGNATURE
QUANTIZE
NOTE NAME
3
Druk op de knop [8 π
OPMERKING
De instellingen voor notatieweergave opslaan.
De notatieweergave-instellingen kunnen worden opgeslagen als onderdeel van een song (pagina 152).
Eénhandsoefening met de Guide Lamps (gidslampjes)
De toetsgidslampjes geven de noten aan die u zou moeten spelen, wanneer u ze zou moeten spelen en hoe lang u ze
ingedrukt zou moeten houden. U kunt ook in uw eigen tempo oefenen, aangezien bij de begeleiding wordt gewacht
totdat u de juiste noot speelt. Demp hier het rechter- of linkerhandgedeelte en probeer de partij met behulp van de
gidslampjes te oefenen.
Het rechterhandgedeelte oefenen (TRACK 1) door de
gidslampjes te gebruiken
1
Selecteer een song (pagina 34).
2
Zet de knop [GUIDE] aan.
38
CVP-305/303/301 Gebruikershandleiding
† ] (SET-UP) om de gedetailleerde instellingsdisplay op te roepen.
π †
π
π
†
†
† ]–[6 π
† ] om de notatieweergave in te stellen.
π
π
π †
†
†
π †
π
π
†
†
Hiermee wordt bepaald welk MIDI-kanaal in de songdata wordt gebruikt voor het linkerhand-/
rechterhandgedeelte. Deze instelling gaat terug naar AUTO als er een andere song wordt
geselecteerd.
AUTO
De MIDI-kanalen in de songdata voor de rechter- en linkerhandgedeelten worden automatisch
toegewezen. Hierbij worden de gedeelten op hetzelfde kanaal ingesteld als het kanaal dat is
opgegeven bij [FUNCTION] → [B] SONG SETTING.
1–16
Het opgegeven MIDI-kanaal (1–16) wordt toegewezen aan één van de linker- of
rechterhandgedeelten.
OFF (alleen LEFT CH)
Geen kanaaltoewijzing: de weergave van het linkerhandtoetsgedeelte wordt uitgeschakeld.
Hiermee kunt u de toonsoort veranderen tijdens een song, op de positie waar deze gestopt is. Dit
menu is handig als de geselecteerde song geen toonsoortinstellingen bevat voor het weergeven van
notatie.
Hiermee kunt u de nootresolutie in de notatie regelen, waarbij u de timing van alle weergegeven
noten kunt verschuiven of corrigeren zodat ze rechtgetrokken worden naar een bepaalde
nootwaarde. Zorg ervoor dat u de kortste nootwaarde selecteert die in de song wordt gebruikt.
Hiermee wordt het type nootnaam geselecteerd die links van de noot in de notatie wordt
aangegeven. De hierna volgende drie typen zijn mogelijk. De instellingen hier zijn beschikbaar als
de parameter NOTE in 'De nootnaam links van de noot aangeven' in stap 1 is ingesteld op ON.
A, B, C
Nootnamen worden aangeven met letters (C, D, E, F, G, A, B).
FIXED DO (vaste Do)
Nootnamen worden aangegeven in solfège en verschillen afhankelijk van de geselecteerde taal.
De taal wordt aangegeven bij LANGUAGE in de display HELP (pagina 57).
MOVABLE DO (verplaatsbare Do)
Nootnamen worden aangegeven in solfège volgens de toonladderintervallen, en zijn daardoor
relatief ten opzichte van de toonsoort. De grondtoon wordt aangegeven als Do. In de toonsoort G-
majeur zou bijvoorbeeld de grondtoon 'Sol' worden aangegeven als 'Do'. Net als bij 'Fixed Do' is
de indicatie verschillend en afhankelijk van de geselecteerde taal.
π ] (OK) om de instelling toe te passen.
π
π
2
PLAY/
REC
STOP
PAUSE
SONG
SCORE
KARAOKE
SELECT
3
4