De stijl afspelen tijdens stijlen samenstellen
Terwijl u een stijl samenstelt, kunt u de stijl terugspelen en de methode
selecteren voor het terugspelen. Selecteer de methode voor het
terugspelen met de knoppen [6 π† ]/[7 π† ] (PLAY TYPE) in de display
Style Assembly.
• SOLO
Hiermee worden alle kanalen in de tab ASSEMBLY gedempt met
uitzondering van het geselecteerde kanaal. Eventuele kanalen die zijn
ingesteld op ON in de display RECORD op de pagina BASIC worden
gelijktijdig teruggespeeld.
• ON
Hiermee wordt het geselecteerde kanaal in de tab ASSEMBLY
teruggespeeld. Eventuele kanalen die zijn ingesteld op een andere waarde
dan OFF in de display RECORD op de pagina BASIC worden gelijktijdig
teruggespeeld.
• OFF
Hiermee wordt het geselecteerde kanaal in de tab ASSEMBLY gedempt.
De gemaakte stijl bewerken
U kunt de gemaakte stijl bewerken door Realtime recording (realtime opname),
Step recording (stapsgewijze opname) en/of Style Assembly (stijlen samenvoegen)
te gebruiken.
Basisprocedure voor het bewerken van stijlen
1
Selecteer een stijl die u wilt bewerken.
2
Druk op de knop [DIGITAL RECORDING].
3
Druk op de knop [B] om de display Style Creator/Edit op te roepen.
4
Druk op de knop TAB[ √ ][ ® ] om een tab te selecteren.
• Het ritmische gevoel (GROOVE) wijzigen ➤ Zie pagina 114
Deze veelzijdige voorzieningen geven u een grote verscheidenheid aan
hulpmiddelen voor het veranderen van het ritmische gevoel van uw
gecreëerde stijl.
• Data bewerken voor elk kanaal (CHANNEL) ➤ Zie pagina 116
Met de bewerkingsfuncties kunt u naar wens data wissen en
quantizeringsinstellingen toepassen voor elk kanaal in de stijldata.
• Instellingen voor indeling van stijl-file maken (PARAMETER) ➤
Zie pagina 117
Voor het terugspelen van uw gecreëerde stijl kunt u bepalen hoe noten
worden geconverteerd en zullen klinken voor de begeleiding bij
akkoordveranderingen in het akkoordgedeelte van het toetsenbord.
5
Bewerk de geselecteerde stijl.
Style Creator
CVP-305/303/301 Gebruikershandleiding
113