Een overbodige paneelsetup verwijderen/
Een paneelsetup benoemen
De paneelsetups kunnen naar wens worden verwijderd of afzonderlijk worden
benoemd.
1
Druk op de knop REGISTRATION MEMORY [REGIST. BANK] om de
REGISTRATION BANK-selectiedisplay op te roepen.
2
Druk op één van de knoppen [A]–[J] om een bank te selecteren die
moet worden bewerkt.
3
Druk op de knop [8 †
te roepen.
4
Bewerk de paneelsetups.
• Een paneelsetup verwijderen
Druk op de knop [5 † ] om een paneelsetup te verwijderen (pagina 65).
• Een paneelsetup hernoemen
Druk op de knop [1 † ] om een paneelsetup te hernoemen (pagina 66).
5
Druk op de knop [8 π
REGISTRATION BANK-selectiedisplay.
Het oproepen van bepaalde items
uitschakelen (functie Freeze)
Het Registration Memory laat u alle paneelinstellingen die u heeft gemaakt,
terugroepen met een enkele druk op de knop. Het kan echter voorkomen dat u wilt
dat bepaalde items niet veranderen, zelfs als u een andere Registration Memory-
setup kiest. U kunt bijvoorbeeld de voice- of effectinstellingen om willen
schakelen, terwijl u de begeleidingsstijl wilt handhaven. Hier komt de functie
Freeze van pas. Deze zorgt ervoor dat de instellingen van bepaalde items
gehandhaafd blijven, zelfs als u andere Registration Memory-knoppen selecteert.
1
Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] → [E] REGIST SEQUENCE/FREEZE/VOICE SET →
TAB [ √ ]/[ ® ] FREEZE
† ] (EDIT) om de display REGISTRATION EDIT op
†
†
π ] (UP) om terug te keren naar de
π
π
De geregistreerde paneelsetups oproepen
Het getal boven de
file-naam komt
overeen met de
REGISTRATION
MEMORY-knoppen
[1]–[8].
CVP-305/303/301 Gebruikershandleiding
123