Download Print deze pagina

Airo A Series Gebruiks- En Onderhoudshandleiding pagina 48

Advertenties

7.2.10 Afstellen van de hellingmeter
De hellingmeter (die op de afbeelding getoond wordt) hoeft
over het algemeen niet afgesteld te worden omdat hij vóór
aflevering van de machine in de fabriek ingeregeld wordt.
Dit systeem controleert de maximum hellingshoek van de
wagen en als de wagen schuiner staat dan toegestaan is dan:
-
verhindert het heffen met het platform vanaf een bepaalde
hoogte (voor elk model verschillend);
-
verhindert het systeem het rijden met het platform vanaf
een bepaalde hoogte (voor elk model verschillend);
-
attendeert door middel van de akoestische melder en het
waarschuwingslampje op het platform (zie "Algemene
gebruiksvoorschriften") op een instabiele toestand.
Het systeem moet alleen afgesteld worden als het systeem
vervangen is.
De hellingmeter controleert de helling ten opzichte van de
beide assen (X; Y); bij sommige modellen waarvan de
stabiliteitsgrenzen in de breedte- en de lengterichting gelijk zijn
wordt de controle slechts ten opzichte van één as verricht (de
X-as).
Om de werking van de hellingmeter ten opzichte van de
lengteas (normaal gesproken de X-as) te controleren:
-
zet de machine door gebruik te maken van de
bedieningselementen op de bedieningskast zodanig neer
dat er onder de twee achter- of voorwielen een wielblok
van (A+10 mm) (zie onderstaande tabel) gelegd kan
worden;
-
wacht 3 seconden (inschakelvertraging die in de fabriek
ingesteld is) totdat het rode gevarenlampje gaat branden
en de zoemer op het platform afgaat;
-
als het platform omlaag gezet is (armen omlaag, en giek
op een hoogte tussen de +10° en –70°) zijn alle
manoeuvres nog mogelijk;
-
door één van de armen omhoog te doen en/of de giek
meer dan 10° ten opzichte van de horizontale aslijn
omhoog te doen verhindert het bedieningssysteem van de
machine de bediening van de hef- en de rijmanoeuvre.
Om de werking van de hellingmeter ten opzichte van de
breedteas (normaal gesproken de Y-as) te controleren:
-
zet de machine met behulp van de bedieningen op de bedieningskast zodanig neer dat er onder de twee zijwielen
aan de rechter- of linkerkant een wielblok van (B+10 mm) (zie onderstaande tabel) gelegd kan worden;
-
wacht 3 seconden (inschakelvertraging die in de fabriek ingesteld is) totdat het rode gevarenlampje gaat branden en
de zoemer op het platform afgaat;
-
als het platform omlaag gezet is (armen omlaag, en giek op een hoogte tussen de +10° en –70°) zijn alle
manoeuvres nog mogelijk;
-
door één van de armen omhoog te doen en/of de giek meer dan 10° ten opzichte van de horizontale aslijn omhoog
te doen verhindert het bedieningssysteem van de machine de bediening van de hef- en de rijmanoeuvre.
Gebruiks- en onderhoudshandleiding
Zelfrijdende hoogwerkers
Afb.29
Bladzijde 48

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

A10A12A13j