Storingswaarschuwingslampje (L)
5.1.3.5
Als dit lampje brandt dan attendeert het u erop:
-
dat de machine zich in een precaire stand bevindt, d.w.z. niet helemaal vlak ten opzichte van het terrein. Enkele
seconden nadat dit lampje is gaan branden wordt er ook een geluidssignaal afgegeven en kan de hefmanoeuvre (of
de rijmanoeuvre als het platform omhoog staat) niet voortgezet worden. Om de machine verder te kunnen gebruiken
moet u het platform volledig laten zakken en ervoor zorgen dat de machine stabiel komt te staan;
-
dat er een storing in de werking opgetreden is. Tegelijkertijd wordt er een geluidssignaal afgegeven en kan de
machine niet in beweging gesteld worden. Er kunnen tal van storingen in de werking optreden waardoor de machine
geblokkeerd wordt; bijv. een storing aan een bedieningshendel, een storing aan de elektronische
hoofdbesturingskaart, een storing aan de aandrijving enz.
OPGELET! Inschakeling van deze aanwijzer is synoniem van gevaar omdat de machine in een
hellingshoek staat die gevaarlijk is voor de stabiliteit van de machine.
Als de wagen schuiner staat dan toegestaan is wordt geadviseerd aan de bediener die zich op de
machine bevindt om het inschuiven van de telescopische arm als eerste manoeuvre uit te voeren en
de neerwaartse beweging van de telescopische manoeuvre als laatste manoeuvre uit te voeren om te
voorkomen dat het kantelgevaar toeneemt.
Overbelastingswaarschuwingslampje (M)
5.1.3.6
Als dit lampje uitgaat dan duidt dit erop dat het platform overbelast is geweest (de last is 25% meer dan de nominale
last). Enkele seconden nadat dit lampje uitgegaan is wordt er ook een geluidssignaal afgegeven en:
-
als het platform omhoog staat is de machine volledig geblokkeerd;
-
als het platform omlaag staat zijn de rij-/stuurmanoeuvres wel mogelijk, maar worden de hef-/draaimanoeuvres
verhinderd.
De overtollige last moet verwijderd worden om de machine weer te kunnen gebruiken.
OPGELET! Inschakeling van deze aanwijzer is synoniem van gevaar omdat de last op het platform te
veel is of omdat er op het moment van de signalering geen controle van de last actief is.
Om dit af te stellen of dit in geval van nood te bedienen moet u het hoofdstuk ONDERHOUD lezen.
Voltmeter (N)
5.1.3.7
De voltmeter is voorhanden bij de modellen met elektrische aandrijving en bij de modellen met een dubbele aandrijving
("ED" en "EB").
5.1.3.7.1
Standaard voltmeter
Deze meter geeft de laadtoestand van de accu aan. De controle van de
laadtoestand van de accu's wordt verricht terwijl de machine ingeschakeld is maar
niet gelijktijdig met het moment waarop de manoeuvres uitgevoerd worden. Als
alle rode leds branden dan bedraagt de lading circa 100%. Wanneer alleen de
eerste twee leds branden dan bedraagt de lading circa 25% en moet de accu
opgeladen worden. Het wordt afgeraden om de machine te gebruiken als onder de
hierboven beschreven omstandigheden alleen de eerste twee leds branden. Het is
een goede gewoonte om de accu dagelijks in de loop van de nacht en in geval
van eventuele langere werkonderbrekingen op te laden.
Gebruiks- en onderhoudshandleiding
Zelfrijdende hoogwerkers
Afb. 9
Bladzijde 25