5.6 Handbediende noodbesturingen
Deze functie mag alleen in geval van nood toegepast worden als er geen drijfkracht is.
In geval van storingen aan de elektrische of de hydraulische installatie moet u de volgende procedure hanteren om de
handbediende noodmanoeuvres uit te kunnen voeren:
1) Draai (of schroef) kraan A volledig aan;
2) Doe de speciale hendel op de greep van de handpomp;
3) Draai de geribbelde knop van de elektromagnetische klep die bij de beweging hoort die u wilt uitvoeren volledig aan;
4) Stel de noodpomp in werking;
5) Controleer of de manoeuvre op de juiste manier verloopt.
Naam van de elektromagnetische klep en de handbediende beweging die erbij hoort:
EV5= Schaarmechanisme omlaag;
EV6= Telescopische arm uitschuiven;
EV7= Telescopische arm inschuiven;
EV12=Rotatie rechts bovenbouw;
EV13=Rotatie links bovenbouw;
EV15= Arm omlaag;
EV18= Giek omhoog;
EV19= Giek omlaag;
EV21= Platform naar rechts draaien;
EV22= Platform naar links draaien.
OPGELET: DE NOODBESTURING KAN OP ELK GEWENST MOMENT ONDERBROKEN WORDEN DOOR DE KNOP
LOS TE LATEN OF DOOR DE BEDIENING VAN DE POMP TE ONDERBREKEN.
Nadat de handbediende noodmanoeuvre is voltooid moeten de gekartelde knoppen en de kraan weer
in de oorspronkelijke stand gezet worden om de machine weer te kunnen manoeuvreren (onder
normale omstandigheden zijn alle gekartelde knoppen volledig losgedraaid).
Gebruiks- en onderhoudshandleiding
Afb.14
Zelfrijdende hoogwerkers
Bladzijde 34